Regeling tijdvak en inkomen ziekenfondsverzekering zelfstandigen
Art. 1
1In deze regeling wordt verstaan onder:2Met een zelfstandige wordt gelijkgesteld degene die over enig jaar vóór 1 januari 2001 winst uit onderneming als bedoeld in hoofdstuk II, afdeling 2, van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 genoot. Art. 2
1Voor de toepassing van artikel 3d, eerste lid, van de Ziekenfondswet voor enig jaar wordt ten aanzien van een zelfstandige die gedurende de basisreferteperiode en daarna zelfstandige is gebleven, in aanmerking genomen het gemiddelde van de definitief vastgestelde inkomens over de jaren van de basisreferteperiode. Een persoon die in alle jaren van de basisreferteperiode en in de jaren daarna winst uit onderneming heeft genoten als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel a, of het tweede lid , wordt geacht zelfstandige te zijn gebleven.2In afwijking van het eerste lid wordt op aanvraag van de zelfstandige voor de toepassing van artikel 3d, eerste lid, van de Ziekenfondswet het gemiddelde van zijn inkomens over twee jaren in de basisreferteperiode in aanmerking genomen. De aanvraag wordt slechts in behandeling genomen indien deze is gedaan binnen zes weken na dagtekening van de in artikel 3d, tweede lid, van de Ziekenfondswet bedoelde verklaring.3Indien over enig jaar het inkomen nog niet definitief is vastgesteld, wordt het voorlopig vastgestelde inkomen in aanmerking genomen.4Indien over enig jaar het inkomen nog niet voorlopig is vastgesteld, wordt het inkomen volgens de aangifte voor dat jaar in aanmerking genomen.5Indien over enig jaar nog geen aangifte is gedaan, wordt voor dat jaar het laatste door de belastingplichtige aan de Inspecteur opgegeven geschatte inkomen voor dat jaar in aanmerking genomen.6Indien over enig jaar door de belastingplichtige geen schatting van zijn inkomen aan de Inspecteur is opgegeven, wordt voor dat jaar het door de Inspecteur te schatten inkomen in aanmerking genomen. Art. 3
1Voor de toepassing van artikel 3d, eerste lid van de Ziekenfondswet , wordt ten aanzien van degene die in het voorafgaande jaar nog geen zelfstandige was, voor het eerste en voor de drie daarop volgende jaren in aanmerking genomen het inkomen over het jaar waarin hij zelfstandige is geworden. Voor het daaropvolgende jaar wordt het gemiddelde inkomen in aanmerking genomen dat hij in het eerste en tweede jaar heeft genoten.2Het bepaalde in artikel 2, derde tot en met zesde lid , is op het eerste lid van overeenkomstige toepassing. De peildatum voor de vaststelling van het inkomen voor de beoordeling van de ziekenfondsverzekering van een zelfstandige voor het eerste jaar is het tijdstip waarop de schatting van het inkomen door de zelfstandige wordt gedaan. De peildatum voor de vaststelling van het inkomen voor de beoordeling van de ziekenfondsverzekering van een zelfstandige voor het tweede tot en met het vijfde jaar is telkens 1 oktober. Art. 4
1Voor de beoordeling van de ziekenfondsverzekering van een zelfstandige voor het jaar 2000 wordt in aanmerking genomen:- a.voor een zelfstandige die vanaf 1996 en daarna zelfstandige is gebleven: het gemiddelde inkomen dat hij heeft genoten over de jaren 1996 en 1997;
- b.voor een zelfstandige die vanaf 1997 en daarna zelfstandige is gebleven: het inkomen over 1997;
- c.voor een zelfstandige die vanaf 1998 en daarna zelfstandige is gebleven: het inkomen over 1998;
- d.voor een zelfstandige die in 1999 voor het eerst verzekerd is geworden ingevolge artikel 3, eerste lid , aanhef en onder a, van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen : het geschatte inkomen over 1999.
2Voor de in het eerste lid, onder b tot en met d, bedoelde zelfstandige wordt voor het jaar 2001 als inkomen in aanmerking genomen:- a.voor de zelfstandige, bedoeld onder b: het gemiddelde inkomen dat hij heeft genoten in 1997 en 1998;
- b.voor de zelfstandige, bedoeld onder c: het inkomen dat hij in 1998 heeft genoten;
- c.voor de zelfstandige, bedoeld onder d: het inkomen dat hij in 1999 heeft genoten.
3Voor de in het eerste lid, onder c en d, bedoelde zelfstandige wordt voor het jaar 2002 als inkomen in aanmerking genomen:- a.voor de zelfstandige, bedoeld onder c: het gemiddelde inkomen dat hij heeft genoten in 1998 en 1999;
- b.voor de zelfstandige, bedoeld onder d: het inkomen dat hij in 1999 heeft genoten.
4Voor de in het eerste lid, onder d, bedoelde zelfstandige wordt voor het jaar 2003 als inkomen in aanmerking genomen het gemiddelde inkomen dat hij in 1999 en 2000 heeft genoten.5Het bepaalde in artikel 2, derde tot en met zesde lid , is op het eerste tot en met vierde lid van overeenkomstige toepassing. De peildatum voor de vaststelling van het inkomen voor de beoordeling van de ziekenfondsverzekering van een zelfstandige is telkens 1 oktober. Art. 4a
- 1.Voor de toepassing van artikel 3d, eerste lid, van de Ziekenfondswet , geschiedt de toerekening van de gemeenschappelijke inkomensbestanddelen en bestanddelen van de rendementsgrondslag van de verzekerde en zijn partner overeenkomstig artikel 2.17 van de Wet inkomstenbelasting 2001 . Onder partner wordt verstaan degene die partner is in de zin van artikel 1.2, eerste, tweede en vierde tot en met zesde lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001 en degene die geen keuze voor behandeling als binnenlandse belastingplichtige als bedoeld in artikel 1.2, derde lid, onderdeel b, van de Wet inkomstenbelasting 2001 heeft gedaan of heeft kunnen doen.
- 2.In geval de verzekerde en zijn partner beiden belastingplichtig zijn, geldt de gemaakte keuze, bedoeld in de artikelen 1.2, derde lid, onderdeel b , en 2.17, tweede lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001 ook voor de toepassing van artikel 3d, eerste lid, van de Ziekenfondswet .
Art. 5
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2000. Art. 6
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling tijdvak en inkomen ziekenfondsverzekering zelfstandigen.