Artikel 28a; omzetting rechtspersoon
undefined
de Wet Vpb:de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 ; de om te zetten rechtspersoon:de in artikel 28a van de Wet Vpb bedoelde rechtspersoon vóór de omzetting; de omgezette rechtspersoon:de in artikel 28a van de Wet Vpb bedoelde rechtspersoon na de omzetting; het omzettingstijdstip:het tijdstip vanaf wanneer de onderneming van de om te zetten rechtspersoon geacht wordt rechtstreeks voor rekening en risico van de omgezette rechtspersoon te zijn uitgeoefend;
1. De omgezette rechtspersoon treedt met betrekking tot al hetgeen in het kader van de omzetting is verkregen in de plaats van de om te zetten rechtspersoon. 2. Indien onmiddellijk voorafgaand aan het omzettingstijdstip bij de om te zetten rechtspersoon een saldo aanwezig is als bedoeld in artikel 12b, zesde lid, van de Wet Vpb , gaat dit saldo over op de omgezette rechtspersoon. 3. Indien onmiddellijk voorafgaand aan het omzettingstijdstip bij de om te zetten rechtspersoon een opwaarderingsreserve aanwezig is als bedoeld in artikel 13ba van de Wet Vpb , treedt de omgezette rechtspersoon in de plaats van de om te zetten rechtspersoon met betrekking tot deze opwaarderingsreserve. 4. De aanspraak op deelnemingsverrekening van de om te zetten rechtspersoon gaat over op de omgezette rechtspersoon. 5. De aanspraak op verrekening van voor het omzettingstijdstip geleden verliezen door de om te zetten rechtspersoon gaat over op de omgezette rechtspersoon. 6. De na het omzettingstijdstip geleden verliezen van de omgezette rechtspersoon kunnen binnen de in artikel 20 van de Wet Vpb bedoelde termijn worden verrekend met winsten van de om te zetten rechtspersoon 7. Voor de ter zake van de omzetting toegekende aandelen in het aandelenkapitaal van de omgezette rechtspersoon wordt voor de heffing van de dividendbelasting als gestort kapitaal aangemerkt: het door de leden als zodanig in de coöperatie ingebrachte vermogen, dan wel het bij de oprichting van de stichting of vereniging gestorte kapitaal. De omzetting wordt niet aangemerkt als een storting van kapitaal. 8. De aandeelhouders van de omgezette rechtspersoon, stellen voor de bepaling van de fiscale winst hun bij de omzetting verkregen aandelen te boek voor hetzelfde bedrag als waarvoor hun lidmaatschapsrechten in de oorspronkelijke rechtspersoon bij hen te boek stonden, welk bedrag zij als aanschaffingskosten van de verkregen aandelen zullen aanmerken. 9. Voor de aandeelhouders van de omgezette rechtspersoon, die direct voorafgaand aan de omzetting een aanmerkelijk belang hebben in de om te zetten rechtspersoon als bedoeld in artikel 4.6 van de Wet IB 2001 , wordt als verkrijgingsprijs als bedoeld in artikel 4.21 van de Wet IB 2001 van de bij de omzetting verkregen aandelen aangemerkt de verkrijgingsprijs van het aanmerkelijk belang in de om te zetten rechtspersoon. 10. Voor de aandeelhouders voor wie de verkregen aandelen een deelneming in de zin van artikel 13 van de Wet Vpb vormen, geldt als opgeofferd bedrag het bedrag dat als zodanig gold voor hun lidmaatschapsrecht in de om te zetten rechtspersoon.
undefined
– Op grond van artikel 28a, derde lid, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 willig ik uw verzoek in onder het stellen van de voorwaarden zoals opgenomen in bij het besluit met nummer BLKB2011/511M (als bijlage bij deze beschikking gevoegd). – Het omzettingstijdstip stel ik vast op .
undefined
1. Volledige statutaire naam; feitelijke vestigingsplaats. 2. Oprichtingsdatum; fiscaal nummer en entiteitsnummer. 3. Boekjaar. 4. Te verrekenen verliezen. 5. Over te brengen of te verrekenen buitenlands resultaat. 6. Aanspraken op een saldo van de innovatiebox. 7. Aanspraken op een opwaarderingsreserve. 8. Aanspraken op deelnemingsverrekening. 9. Geplaatst en gestort aandelenkapitaal. 10. Wat is het gewenste omzettingstijdstip. 11. Wanneer wordt de omzettingsakte verleden. 12. Gegevens omtrent elementen waarover moet worden afgerekend. 13. Gegevens omtrent lopende verzoeken om toepassing van artikel 14 , 14a , 14b en/of 15 van de Wet Vpb . 14. A) Is de termijn voor het geven van een beschikking ingevolge artikel 4:15 van de Awb opgeschort? Zo ja, om welke reden en gedurende welke periode? B) Is een mededeling als bedoeld in artikel 4:14 van de Awb gedaan? Zo ja, welke nadere termijn is daarbij aangegeven?
15. Reden(en) waarom het verzoek niet op grond van de algemene toestemming op het kantoor kan worden afgedaan en andere bij de beoordeling van het verzoek mogelijk van belang zijnde punten.