Wet bankenbelasting
Par. undefined Algemene bepalingen
Art. 1
Art. 2
a. balans:balans die is opgemaakt als onderdeel van de enkelvoudige jaarrekening, bedoeld in titel 9 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek , of van een naar aard en strekking vergelijkbare enkelvoudige jaarrekening volgens het recht van een andere staat; b. bank:bank als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht ; c. bijkantoor:bijkantoor als bedoeld in onderdeel a van de definitie van bijkantoor in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht ; d. deposito:deposito als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht of een naar aard en strekking vergelijkbaar deposito volgens het recht van een andere staat; e. depositogarantiestelsel:stelsel als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht ; f. geconsolideerde balans:balans die is opgemaakt als onderdeel van de geconsolideerde jaarrekening, bedoeld in titel 9 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek of in artikel 4 van de IAS-verordening, dan wel van een naar aard en strekking vergelijkbare geconsolideerde jaarrekening volgens het recht van een andere staat; g. IAS-verordening:Verordening (EG) nr. 1606/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 19 juli 2002 betreffende de toepassing van internationale standaarden voor jaarrekeningen (PbEG 2002, L 243); h. lidstaat:lidstaat als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht ; i. Nederlandsche Bank:De Nederlandsche Bank N.V.; j. toetsingsvermogen:vermogen dat wordt berekend overeenkomstig de bij algemene maatregel van bestuur vastgestelde regels, bedoeld in artikel 3:57, tweede lid, van de Wet op het financieel toezicht , of naar aard en strekking vergelijkbare regels volgens het recht van een andere staat; k. variabele beloning:beloningsbestanddeel waarvan de toekenning afhankelijk is gesteld van het bereiken van bepaalde doelen of van het zich voordoen van bepaalde omstandigheden; l. vaste beloning:beloningsbestanddeel dat niet kan worden aangemerkt als variabele beloning; m. verzekeraar:verzekeraar als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht ; n. zetel:zetel als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht .
Par. undefined Belastingplicht
Art. 3
a. een lichaam met zetel in Nederland dat een vergunning als bedoeld in artikel 2:11, eerste lid, van de Wet op het financieel toezicht heeft voor het uitoefenen van het bedrijf van bank; b. een lichaam met zetel in een andere lidstaat dan Nederland dat vanuit een in Nederland gelegen bijkantoor het bedrijf van bank uitoefent, een door een toezichthoudende instantie als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht van die lidstaat verleende vergunning voor het uitoefenen van het bedrijf van bank heeft en een mededeling van de Nederlandsche Bank als bedoeld in artikel 2:14, eerste of tweede lid, van de Wet op het financieel toezicht heeft ontvangen; c. een lichaam met zetel in een andere staat dan Nederland dat vanuit een in Nederland gelegen bijkantoor het bedrijf van bank uitoefent en een door de Nederlandsche Bank verleende vergunning als bedoeld in de artikelen 2:16, eerste lid , of 2:20, eerste lid, van de Wet op het financieel toezicht heeft.
Art. 4
a. overeenkomstig de in artikel 4 van de IAS-verordening bedoelde internationale standaarden voor jaarrekeningen die volgens de procedure van artikel 6, tweede lid, van die verordening zijn goedgekeurd, of b. overeenkomstig titel 9 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek ,
a. minder bedraagt dan het in artikel 9 genoemde bedrag van de doelmatigheidsvrijstelling, of b. minder bedraagt dan 10% van het geconsolideerde balanstotaal zoals dat blijkt uit die geconsolideerde jaarrekening.
Art. 5
Par. undefined Belastbare grondslag
Art. 6
Art. 7
Art. 8
a. ten aanzien van een belastingplichtige als bedoeld in artikel 3, onderdeel a , artikel 4 of artikel 5 : 1°. het toetsingsvermogen; 2°. de deposito’s, voor zover die voor voldoening ingevolge een depositogarantiestelsel in aanmerking komen; 3°. de passiva die betrekking hebben op de entiteit die het bedrijf van verzekeraar uitoefent;
b. ten aanzien van een belastingplichtige als bedoeld in artikel 3, onderdelen b of c : 1°. de passiva die niet zijn toe te rekenen aan het in Nederland gelegen bijkantoor; 2°. het aan het bijkantoor toe te rekenen toetsingsvermogen; 3°. de aan het bijkantoor toe te rekenen deposito’s, voor zover die voor voldoening ingevolge een depositogarantiestelsel in aanmerking komen.
Art. 9
Par. undefined Tarief
Art. 10
a. 0,058% over het deel van het belastbare bedrag dat wordt verkregen door het belastbare bedrag te vermenigvuldigen met A/B, waarbij A is het totaalbedrag van de schulden op de in aanmerking te nemen balans of geconsolideerde balans die een looptijd hebben van minder dan één jaar en B het totaalbedrag van alle schulden op die balans of geconsolideerde balans, en b. 0,029% over het resterende deel van het belastbare bedrag.
Par. undefined Wijze van heffing
Art. 11
Par. undefined Indexatie
Art. 12
Par. undefined Overige bepalingen
Art. 13
Art. 14
Art. 14bis
Art. 14a
Art. 15
a. met ingang van 1 juli 2012 in werking treedt ingeval het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst wordt uitgegeven vóór 1 juli 2012; b. met ingang van de eerste dag van de maand volgend op die waarin de uitgifte van het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst heeft plaatsgevonden, ingeval de uitgifte van dat Staatsblad plaatsvindt na 30 juni 2012 maar vóór 1 oktober 2012; c. niet in werking treedt ingeval het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst wordt uitgegeven na 30 september 2012.
Art. 16