Direct naar content gaan
Wet terugvordering staatssteun
Art. 1
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
  • begunstigde:onderneming in de zin van de artikelen 101, eerste lid, en 107, eerste lid, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, die staatssteun ontvangt als gevolg van een steunmaatregel als bedoeld in laatstgenoemd artikelonderdeel;
  • beschikking tot betaling:beschikking die verplicht tot betaling van een geldsom;
  • bestuursorgaan dat het aangaat:
    • a.bestuursorgaan dat de desbetreffende staatssteun heeft verstrekt;
    • b.bestuursorgaan dat verantwoordelijk is voor:
      • 1°.de verstrekking van de desbetreffende staatssteun door de publiekrechtelijke rechtspersoon waarvan het deel uitmaakt, of
      • 2°.het direct of indirect uitoefenen van overheidszeggenschap in de privaatrechtelijke rechtspersoon die de staatssteun heeft verstrekt of in de niet krachtens het publiekrecht ingestelde entiteit door middel waarvan de staatssteun is verstrekt, en er geen ander bestuursorgaan met een dergelijke verantwoordelijkheid is dat reeds uitvoering geeft of heeft gegeven aan het desbetreffende Commissiebesluit;
    • c.bestuursorgaan dat belast is met de uitvoering van de wet- of regelgeving die rechtstreeks tot de verstrekking van de desbetreffende staatssteun heeft geleid;
  • Commissiebesluit:terugvorderingsbevel of terugvorderingsbesluit van de Europese Commissie in de zin van artikel 13, tweede lid, van de procedureverordening, onderscheidenlijk artikel 16, eerste lid, van de procedureverordening, of een rechtstreeks op artikel 108, derde lid, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie gebaseerd besluit van de Europese Commissie dat verplicht tot terugvordering;
  • procedureverordening:Verordening (EU) 2015/1589 van de Raad van 13 juli 2015 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van artikel 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (PbEU 2015, L 248).
Art. 2
1De terugvordering van staatssteun die ingevolge een Commissiebesluit moet worden teruggevorderd, geschiedt uitsluitend op grond en met inachtneming van het bepaalde in deze wet.2Indien ingevolge een Commissiebesluit staatssteun dient te worden teruggevorderd en die staatssteun voortvloeit uit de toepassing van een belastingwet als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel a, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen of de Invorderingswet 1990 , wordt die staatssteun voor zover mogelijk met toepassing van hoofdstuk IVbis van de Algemene wet inzake rijksbelastingen of hoofdstuk VIIbis van de Invorderingswet 1990 teruggevorderd en ingevorderd.3Onder staatssteun die voortvloeit uit de toepassing van een belastingwet als bedoeld in het tweede lid wordt voor de toepassing van deze wet tevens verstaan staatssteun die voortvloeit uit belastingen die worden geheven op grond van de Provinciewet , de Gemeentewet of de Waterschapswet .
Art. 3
1Het bestuursorgaan dat het aangaat vordert de ingevolge een Commissiebesluit van een begunstigde terug te vorderen staatssteun terug door het geven van een tot die begunstigde gerichte beschikking tot betaling.2Voor zover het Commissiebesluit de hoogte van de rente die deel uitmaakt van de terug te vorderen staatssteun niet bepaalt, wordt de rente berekend overeenkomstig het bepaalde bij of krachtens de artikelen 16, tweede lid, en 33, onderdeel e, van de procedureverordening.3In de beschikking tot betaling bepaalt het bestuursorgaan dat het aangaat dat nog openstaande betalingsverplichtingen jegens de desbetreffende begunstigde vervallen, indien naleving ervan zou leiden tot de verstrekking van gelijksoortige staatssteun als op grond van het Commissiebesluit moet worden teruggevorderd.
Art. 4
Een begunstigde die de op de verstrekking van staatssteun betrekking hebbende of met die verstrekking samenhangende informatie niet gedurende de termijn, bedoeld in artikel 17, eerste en tweede lid, van de procedureverordening, heeft bewaard, kan zich voor de toepassing van deze wet niet beroepen op krachtens Nederlands recht geldende verjarings-, bewaar- of vernietigingstermijnen.
Art. 5
1De afdelingen 4.4.2 , met uitzondering van artikel 4:97 , en 4.4.3 van de Algemene wet bestuursrecht zijn niet van toepassing op een geldschuld vastgesteld bij een beschikking tot betaling als bedoeld in artikel 3, eerste lid .2Het bestuursorgaan dat het aangaat kan de door een begunstigde te betalen geldsom invorderen bij dwangbevel.3Een door het bestuursorgaan dat het aangaat geïnde geldsom komt toe aan de rechtspersoon die de desbetreffende staatssteun heeft verstrekt of waartoe het bestuursorgaan behoort dat de desbetreffende staatssteun heeft verstrekt.
Art. 6
Het bestuursorgaan dat het besluit tot verstrekking van staatssteun heeft genomen dan wel het bestuursorgaan dat belast is met de uitvoering van de wet- of regelgeving die rechtstreeks tot de verstrekking van de desbetreffende staatssteun heeft geleid, kan in verband met de terugvordering van die staatssteun op grond van deze wet, ter nadere regeling van de rechtsverhouding met een begunstigde besluiten tot het ambtshalve wijzigen of intrekken van een aan een begunstigde gegeven beschikking dan wel tot het ambtshalve geven van een beschikking aan een begunstigde.
Art. 7
1Indien er geen sprake is van een Commissiebesluit, is een bestuursorgaan gehouden een door hem gegeven beschikking te wijzigen, indien die beschikking in strijd met artikel 108, derde lid, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is vastgesteld.2Bij de toepassing van het eerste lid is rente verschuldigd over het te vorderen bedrag die wordt berekend overeenkomstig het bepaalde bij of krachtens de artikelen 16, tweede lid, en 33, onderdeel e, van de procedureverordening.3 Artikel 4:57, eerste en tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht is van overeenkomstige toepassing en de afdelingen 4.4.2 , met uitzondering van artikel 4:97 , en 4.4.3 van de Algemene wet bestuursrecht zijn niet van toepassing. Uit de toepassing van een belastingwet voortvloeiende staatssteun als bedoeld in artikel 2, tweede en derde lid , of staatssteun die voortvloeit uit de toepassing van de Invorderingswet 1990 kan ter uitvoering van het eerste lid teruggevorderd en ingevorderd worden met overeenkomstige toepassing van hoofdstuk IVbis van de Algemene wet inzake rijksbelastingen of hoofdstuk VIIbis van de Invorderingswet 1990 .4In het geval staatssteun voortvloeit uit een overeenkomst naar Nederlands recht en die staatssteun ongedaan gemaakt wordt wegens strijd met artikel 108, derde lid, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, is, indien er geen sprake is van een Commissiebesluit, het tweede lid van overeenkomstige toepassing op de rente over het ongedaan te maken staatssteunbedrag.
Art. 8
Indien voor de inwerkingtreding van artikel 2 al rechtshandelingen zijn verricht ter uitvoering van een Commissiebesluit, is op die terugvordering de verplichting van artikel 2, eerste lid, niet van toepassing.
Art. 9
Wijzigt de Algemene wet bestuursrecht.
Art. 10
Wijzigt de Algemene wet inzake rijksbelastingen.
Art. 11
Wijzigt de Invorderingswet 1990.
Art. 12
Wijzigt de Faillissementswet.
Art. 13
Wijzigt de Provinciewet.
Art. 14
Wijzigt de Gemeentewet.
Art. 15
Wijzigt de Waterschapswet.
Art. 16
De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
Art. 17
Deze wet wordt aangehaald als: Wet terugvordering staatssteun.
Naar boven