Direct naar content gaan
Verdrag Nederland-Guernsey - Winstcorrecties
Hst. I TAXES COVERED AND DEFINITIONS
Art. 1 Taxes covered
This Agreement shall apply to taxes on income and profits.
Art. 2 Definitions
1For the purposes of this Agreement, unless otherwise defined:
  • a.the term “the Netherlands” means the part of the Kingdom of the Netherlands that is situated in Europe, including its territorial sea, and any area beyond the territorial sea within which the Netherlands, in accordance with international law, exercises jurisdiction or sovereign rights;
  • b.the term “Guernsey” means Guernsey, Alderney and Herm, including the territorial sea adjacent to those islands, in accordance with international law;
  • c.the term “competent authority” means
    • (i)in the case of the Netherlands the Minister of Finance or his authorized representative;
    • (ii)in the case of Guernsey, the Administrator of Income Tax or his delegate;
  • d.the term “enterprise” applies to the carrying on of any business.
2As regards the application of this Agreement at any time by a Party, any term not defined therein shall, unless the context otherwise requires, have the meaning that it has at that time under the law of that Party, any meaning under the applicable tax laws of that Party prevailing over a meaning given to the term under other laws of that Party.
Hst. II THE ADJUSTMENT OF PROFITS OF ASSOCIATED ENTERPRISES
Art. 3 Scope of
Art. 4 Principles applying to the adjustment of profits of associated enterprises
Where:
  • a.an enterprise of a Party participates directly or indirectly in the management, control or capital of an enterprise of the other Party, or
  • b.the same persons participate directly or indirectly in the management, control or capital of an enterprise of a Party and an enterprise of the other Party,
and in either case conditions are made or imposed between the two enterprises in their commercial or financial relations which differ from those which would be made between independent enterprises, then any profits which would, but for those conditions, have accrued to one of the enterprises, but, by reason of those conditions, have not so accrued, may be included in the profits of that enterprise and taxed accordingly.
Art. 5 General provision
1Where an enterprise considers that, in any case to which this Agreement applies, the principles set out in have not been observed, it may, irrespective of the remedies provided by the domestic law of the Party concerned, present its case to the competent authority of the Party of which it is an enterprise. The case must be presented within three years of the first notification of the action which is contrary or is likely to be contrary to the principles set out in . The competent authority shall then without delay notify the competent authority of the other Party.2The competent authority shall endeavour, if the objection appears to it to be justified and if it is not itself able to arrive at a satisfactory solution, to resolve the case by mutual agreement with the competent authority of the other Party, with a view to the avoidance of taxation which is not in accordance with the Agreement. Any agreement reached shall be implemented notwithstanding any time limits in the domestic law of the Parties.3The competent authorities of the Parties may communicate with each other directly for the purpose of reaching an agreement in the sense of the preceding paragraph.4The competent authority of a Party shall not be obliged to initiate the mutual agreement procedure where legal or administrative proceedings have resulted in a final ruling that by actions giving rise to an adjustment of transfers of profits under one of the enterprises concerned is liable to a serious penalty. In addition, the competent authority of a Party shall not be obliged to initiate the mutual agreement procedure if the enterprise has not fulfilled the domestic documentation and/or information requirements of the adjusting Party before the assessment in which the adjustment is incorporated was finalized.5The Parties may also agree on other forms of dispute resolution including arbitration.6Notwithstanding the previous paragraphs of this Article, the competent authorities of the Parties may mutually agree to amend the procedures to be used under this Article taking into account the developments with respect to the EU Convention on the Elimination of Double Taxation in connection with the Adjustment of Profits of Associated Enterprises and the developments relating to the mutual agreement procedure discussion within the OECD.
Hst. III THE APPLICATION OF THE NETHERLANDS PARTICIPATION EXEMPTION
Art. 7 Specific rules for the application of the Netherlands Participation Exemption
The competent authorities of the Parties may agree on the conditions for the application of the participation exemption of the Netherlands with regard to participations in Guernsey with a view to prevent double taxation.
Hst. IV FINAL PROVISIONS
Art. 8 Entry into force
1This Agreement shall enter into force 30 days after receipt of written notification by the latter Party of completion of all legal formalities required for entry into force. The Agreement shall apply to proceedings referred to in , which are initiated after its entry into force.2Notwithstanding paragraph 1 of this Article, the Agreement shall only enter into force when the Agreement between the States of Guernsey and the Kingdom of the Netherlands for the exchange of information relating to tax matters shall have effect for criminal as well as civil tax matters.
Art. 9 Termination
1This Agreement is concluded for a period of five years. Six months before the expiry of that period, the Parties will meet to decide on the extension of this Agreement and any other relevant measure.2Notwithstanding paragraph 1 of this Article, this Agreement will be terminated, without giving notice of termination, on the date of termination of the Agreement between the States of Guernsey and the Kingdom of the Netherlands for the exchange of information relating to tax matters .
Hst. I BELASTINGEN WAAROP HET VERDRAG VAN TOEPASSING IS EN BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN
Art. 1 Belastingen waarop het Verdrag van toepassing is
Dit Verdrag is van toepassing op belastingen naar het inkomen en op winstbelastingen.
Art. 2 Begripsomschrijvingen
1Voor de toepassing van dit Verdrag, tenzij anders is bepaald:
  • a.wordt verstaan onder „Nederland” het deel van het Koninkrijk der Nederlanden dat in Europa is gelegen, met inbegrip van zijn territoriale zee en elk gebied buiten de territoriale zee waarbinnen Nederland, in overeenstemming met het internationale recht, rechtsmacht heeft of soevereine rechten uitoefent;
  • b.wordt verstaan onder „Guernsey” de eilanden Guernsey, Alderney en Herm, met inbegrip van de hen omringende territoriale zee, in overeenstemming met het internationale recht;
  • c.wordt verstaan onder „bevoegde autoriteit”,
    • i.in het geval van Nederland, de Minister van Financiën of zijn bevoegde vertegenwoordiger;
    • ii.in het geval van Guernsey, de Administrator of Income Tax of zijn afgevaardigde;
  • d.heeft de uitdrukking „onderneming” betrekking op het uitoefenen van een bedrijf.
2Voor de toepassing van dit Verdrag door een Partij op enig moment, heeft, tenzij de context anders vereist, elke daarin niet omschreven uitdrukking de betekenis welke die uitdrukking op dat moment heeft volgens de wetgeving van die Partij, waarbij elke betekenis volgens de toepasselijke belastingwetgeving van die Partij prevaleert boven een betekenis die volgens andere wetgeving van die Partij aan die uitdrukking wordt gegeven.
Hst. II WINSTCORRECTIES TUSSEN VERBONDEN ONDERNEMINGEN
Art. 3 Reikwijdte van
Hoofdstuk II 1 Hoofdstuk II van dit Verdrag is van toepassing indien, ten behoeve van de belastingheffing, winsten die zijn begrepen in de winst van een onderneming van een Partij, tevens zijn begrepen of waarschijnlijk zullen worden begrepen in de winst van een onderneming van de andere Partij vanwege het feit dat de grondbeginselen die worden uiteengezet in artikel 4 , en die hetzij rechtstreeks, hetzij via vergelijkbare wettelijke bepalingen van de desbetreffende Partij worden toegepast, niet in acht zijn genomen.2Het eerste lid is eveneens van toepassing, indien een van de betrokken ondernemingen geen winst heeft gemaakt maar verlies heeft geleden.
Art. 4 Toepasselijke grondbeginselen voor winstcorrecties tussen verbonden ondernemingen
Indien:
  • a.een onderneming van een Partij onmiddellijk of middellijk deelneemt aan de leiding van, aan het toezicht op dan wel in het kapitaal van een onderneming van de andere Partij, of
  • b.dezelfde personen onmiddellijk of middellijk deelnemen aan de leiding van, aan het toezicht op dan wel in het kapitaal van een onderneming van een Partij en een onderneming van de andere Partij, en in het ene of in het andere geval tussen de beide ondernemingen in hun handelsbetrekkingen of financiële betrekkingen voorwaarden worden overeengekomen of opgelegd, die afwijken van die welke zouden worden overeengekomen tussen onafhankelijke ondernemingen, mogen alle voordelen die een van de ondernemingen zonder deze voorwaarden zou hebben behaald, maar ten gevolge van die voorwaarden niet heeft behaald, worden begrepen in de voordelen van die onderneming en dienovereenkomstig worden belast.
Art. 5 Algemene bepaling
Indien een Partij voornemens is de winsten van een onderneming in overeenstemming met de beginselen van artikel 4 te corrigeren, stelt zij de onderneming daarvan tijdig op de hoogte en stelt zij haar in de gelegenheid de andere onderneming op de hoogte te stellen, teneinde die andere onderneming op haar beurt in de gelegenheid te stellen de andere Partij op de hoogte te stellen. Dit belet de Partij die een dergelijke kennisgeving doet uitgaan evenwel niet de voorgestelde correctie te verrichten.
Art. 6 Procedures voor onderling overleg
1Indien een onderneming van oordeel is dat, in gevallen waarop dit Verdrag van toepassing is, de beginselen vervat in artikel 4 niet zijn geëerbiedigd, kan zij, onverminderd de in het nationale recht van de betrokken Partij voorziene rechtsmiddelen, haar zaak voorleggen aan de bevoegde autoriteit van de Partij waarvan zij een onderneming is. De zaak dient binnen drie jaar na de eerste kennisgeving van de maatregel die in strijd is of mogelijk in strijd is met de grondbeginselen vervat in artikel 4 te worden voorgelegd. De bevoegde autoriteit stelt vervolgens de bevoegde autoriteit van de andere Partij onverwijld in kennis.2De bevoegde autoriteit tracht, indien het bezwaar haar gegrond voorkomt en indien zij niet zelf in staat is tot een bevredigende oplossing te komen, de aangelegenheid in onderlinge overeenstemming met de bevoegde autoriteit van de andere Partij te regelen teneinde belastingheffing die niet in overeenstemming is met het Verdrag te vermijden. De overeengekomen regeling wordt uitgevoerd ongeacht in de nationale wetgeving van de Partijen voorkomende verjaringstermijnen.3De bevoegde autoriteiten van de Partijen kunnen zich rechtstreeks met elkaar in verbinding stellen teneinde de in het voorgaande lid bedoelde overeenstemming te bereiken.4De bevoegde autoriteit van een Partij is niet verplicht de procedure voor onderling overleg in gang te zetten, indien een gerechtelijke of administratieve procedure heeft geleid tot een definitieve uitspraak dat een van de betrokken ondernemingen, wegens handelingen die aanleiding geven tot een correctie van de overdracht van winsten uit hoofde van artikel 4 , een aanmerkelijke boete verschuldigd is. De bevoegde autoriteit van een Partij is voorts niet verplicht een procedure voor onderling overleg in gang te zetten, indien de onderneming, voordat de aanslag waarvan de correctie deel uitmaakt definitief werd, niet heeft voldaan aan de nationale vereisten inzake documentatie en/of informatie van de Partij die de correctie verricht.5De Partijen kunnen ook andere vormen van geschillenbeslechting, met inbegrip van arbitrage, overeenkomen.6Onverminderd de voorgaande leden van dit artikel, kunnen de bevoegde autoriteiten van de Partijen onderling overeenkomen de uit hoofde van dit artikel te volgen procedures te wijzigen, met inachtneming van de ontwikkelingen ten aanzien van het Verdrag ter afschaffing van dubbele belasting in geval van winstcorrecties tussen verbonden ondernemingen van de Europese Unie en de ontwikkelingen in de discussie omtrent de procedure voor onderling overleg binnen de OESO.
Hst. III DE TOEPASSING VAN DE NEDERLANDSE DEELNEMINGSVRIJSTELLING
Art. 7 Specifieke regels voor de toepassing van de Nederlandse deelnemingsvrijstelling
De bevoegde autoriteiten van de Partijen kunnen de voorwaarden overeenkomen voor de toepassing van de deelnemingsvrijstelling van Nederland ten aanzien van deelnemingen op Guernsey met het oog op het vermijden van dubbele belasting.
Hst. IV SLOTBEPALINGEN
Art. 8 Inwerkingtreding
1Dit Verdrag treedt in werking 30 dagen na de ontvangst door de laatste Partij van een schriftelijke kennisgeving dat alle wettelijke formaliteiten voor de inwerkingtreding zijn afgerond. Het Verdrag is van toepassing op de procedures bedoeld in artikel 6, eerste lid , die ingesteld zijn na de inwerkingtreding ervan.2Onverminderd het eerste lid van dit artikel, treedt het Verdrag uitsluitend in werking indien het Verdrag tussen de Staten van Guernsey en het Koninkrijk der Nederlanden inzake de uitwisseling van informatie betreffende belastingzaken van kracht is voor zowel strafrechtelijke als civiele belastingzaken.
Art. 9 Beëindiging
1Dit Verdrag wordt gesloten voor een tijdvak van vijf jaar. Zes maanden voor het einde van dat tijdvak komen de Partijen bijeen teneinde te beslissen over verlenging van dit Verdrag en andere relevante maatregelen.2Onverminderd het eerste lid van dit artikel, wordt dit Verdrag zonder kennisgeving van beëindiging beëindigd op de datum van beëindiging van het Verdrag tussen de Staten van Guernsey en het Koninkrijk der Nederlanden inzake de uitwisseling van informatie betreffende belastingzaken .
Naar boven