Direct naar content gaan
Uitvoeringsbeschikking kansspelbelasting
Art. 1
Voor de toepassing van het bij deze regeling bepaalde wordt verstaan onder:
Art. 1a
Het tijdstip waarop de belasting, bedoeld in artikel 6 van de wet , in het kalenderjaar is verschuldigd, is:
  • a.de laatste dag van de kalendermaand waarin de prijs ter beschikking is gesteld, indien:
  • b.de laatste dag van het kalenderkwartaal waarin de prijs ter beschikking is gesteld, indien:
    • 1°.de afgedragen belasting, bedoeld in artikel 6 van de wet , in de aan het kalenderjaar voorafgaande twee kalenderjaren per kwartaal gemiddeld niet meer heeft bedragen dan € 15.000; en
    • 2°.aan de inhoudingsplichtige in de aan het kalenderjaar voorafgaande twee kalenderjaren niet meer dan twee naheffingaanslagen zijn opgelegd ter zake van de belasting, bedoeld in artikel 6 van de wet .
Art. 2
Vervallen
Art. 3
Vervallen
Art. 4
De aanslagbiljetten van de naheffingsaanslagen worden in afwijking van artikel 8 van de Invorderingswet 1990 (Stb. 221) verzonden door de inspecteur.
Art. 5
1Deze regeling kan worden aangehaald als: Uitvoeringsbeschikking kansspelbelasting.2Zij treedt in werking op het tijdstip waarop de wet in werking treedt.
Naar boven