Direct naar content gaan
Uitvoeringsbesluit kostenverrekening en gegevensuitwisseling Wet waardering onroerende zaken
Hst. 1 Definities
Art. 1
1Dit besluit geeft uitvoering aan de artikelen 3 , 37a , 37h , 39 en 40a van de Wet waardering onroerende zaken .2In dit besluit wordt verstaan onder:
  • a.wet: Wet waardering onroerende zaken ;
  • b.waardering: waardebepaling en waardevaststelling van onroerende zaken op de voet van de wet;
  • c.afnemers: bestuursorganen die de waardegegevens gebruiken ten behoeve van de heffing van belastingen;
  • d.Onze Minister: de Minister van Financiën;
  • e.belastingen: belastingen geheven door het Rijk, de gemeenten en de waterschappen;
  • f.Dienst: Dienst voor het kadaster en de openbare registers als genoemd in artikel 2 van de Organisatiewet Kadaster ;
  • g.landelijke voorziening WOZ: een geautomatiseerde voorziening die gehouden wordt door de Dienst, waarin de gegevens uit de door de gemeenten gehouden basisregistratie WOZ zijn opgenomen.
Hst. 2 Kostenverrekening
Art. 2
1De kosten van de Waarderingskamer komen ten laste van de afnemers. Het Rijk betaalt 25 percent, de gemeenten 50 percent en de waterschappen 25 percent.2De kosten van de waardering komen ten laste van de afnemers.3De waterschappen betalen aan het Rijk een vergoeding van € 21.810.013 voor het aandeel van de waterschappen in de kosten van de waardering.4Bij regeling van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties worden regels gesteld omtrent de verdeling over de individuele waterschappen van hetgeen de waterschappen samen aan het Rijk vergoeden voor het aandeel van de waterschappen in de kosten van de waardering, alsmede omtrent het tijdstip van de betaling aan het Rijk. Daarbij wordt de in het derde lid bedoelde vergoeding van de waterschappen gedeeld door het totale aantal objecten in alle waterschappen samen en over de individuele waterschappen verdeeld naar rato van het aantal objecten in die individuele waterschappen. Jaarlijks doet de Unie van Waterschappen aan Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een opgave van het aantal objecten per individueel waterschap. Daarbij kan de Unie van Waterschappen uitgaan van het aantal objecten in een voorgaand jaar, gecorrigeerd met een volumeopslag.5De gemeenten betalen aan de Waarderingskamer een vergoeding voor het aandeel van de gemeenten in de kosten van de Waarderingskamer.6De Waarderingskamer stelt regels omtrent de verdeling over de gemeenten van de vergoeding voor het aandeel van de gemeenten in de kosten van de Waarderingskamer.
Art. 2a
Vervallen
Art. 3
Onder de kosten van de Waarderingskamer, bedoeld in artikel 2, eerste lid , worden verstaan de kosten verbonden aan de uitoefening van toezicht op de waardering, de kosten verbonden aan de uitoefening van toezicht op de uitvoering van de basisregistratie waarde onroerende zaken (basisregistratie WOZ), de kosten verbonden aan de geschillenbeslechting, bedoeld in artikel 11 van de wet, de kosten verbonden aan advisering van de Waarderingskamer door derden, alsmede de huisvestings- en personele kosten.
Art. 4
Onder de kosten van de waardering, bedoeld in artikel 2, tweede lid , worden verstaan de kosten verbonden aan:
  • 1°.het verrichten van algemene werkzaamheden ten behoeve van de waardebepaling;
  • 2°.het verzamelen van gegevens ten behoeve van de waardebepaling alsmede aan het bijhouden daarvan;
  • 3°.het uitvoeren van de waardebepaling;
  • 4°.het opmaken en verzenden van de beschikkingen, bedoeld in de artikelen 22 , 26 , 27 , 28 en 29 van de wet ;
  • 5°.het behandelen van bezwaar- en beroepschriften tegen de beschikkingen, bedoeld in de artikelen 22 , 26 , 27 en 28 van de wet .
Art. 4a
Vervallen
Art. 5
1De kosten van de Waarderingskamer worden aan de hand van de door haar vastgestelde begroting als bedoeld in artikel 26 van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen , in januari van het jaar waarop zij betrekking hebben, in voorlopige rekening gebracht aan de afnemers.2De afnemers voldoen hun aandeel in de begrote kosten binnen vier weken.3Na de goedkeuring door Onze Minister van het verslag van de Waarderingskamer als bedoeld in artikel 18 van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen , vindt de definitieve kostenverrekening plaats met de kosten van het jaar volgend op het jaar waarover dat verslag is vastgesteld.
Art. 6
1De kosten van de landelijke voorziening WOZ komen ten laste van de afnemers. Het Rijk betaalt 40 percent, de gemeenten 45 percent en de waterschappen 15 percent.2De Waarderingskamer draagt zorg voor de verrekening van de vergoeding van de kosten van de landelijke voorziening WOZ door de afnemers met de Dienst.3De begroting voor de kosten van de landelijke voorziening WOZ wordt vastgesteld overeenkomstig de begroting van de Waarderingskamer.4De waterschappen betalen aan het Rijk jaarlijks een vergoeding voor het aandeel van de waterschappen in de kosten van de landelijke voorziening WOZ. Het Rijk zorgt voor de betaling aan de Waarderingskamer. Artikel 2, vierde lid , is van overeenkomstige toepassing.5Het Rijk voldoet zijn aandeel in de begrote kosten binnen vier weken na vaststelling van de begroting aan de Waarderingskamer.6Na de goedkeuring door Onze Minister van de jaarrekening van de landelijke voorziening vindt de definitieve kostenverrekening plaats met de kosten van het jaar volgend op het jaar waarover die jaarrekening is vastgesteld.7De gemeenten betalen aan de Waarderingskamer een vergoeding voor het aandeel van de gemeenten in de kosten van de landelijke voorziening WOZ. De artikelen 2, zesde lid , en 5, tweede lid , zijn van overeenkomstige toepassing.
Hst. 3 Gegevensbeheer
Art. 7
1Ten behoeve van de heffing van belastingen door de afnemers worden door het college van burgemeester en wethouders ten minste de in de vermelde gegevens geregistreerd met betrekking tot:2De authentieke gegevens uit andere basisregistraties die worden opgenomen in de basisregistratie WOZ, bedoeld in artikel 37a, tweede lid, van de wet , zijn de in de genoemde gegevens met de codenummers 10.20, 11.10, 11.20, 11.30, 11.40, 11.70, 51.10, 51.20, 51.30, 51.40, 51.50, 41.20, 01.10, 02.30, 04.05, 03.10, 02.31, 02.41, 08.10 en 08.11.
1Het college van burgemeester en wethouders levert de in artikel 7 bedoelde gegevens aan de Dienst ten behoeve van de opname in de landelijke voorziening WOZ.2De levering van gegevens aan de Dienst vindt plaats:
  • a.ter zake van een beschikking als bedoeld in de artikelen 22 en 26 van de wet : binnen acht weken na de aanvang van het eerste kalenderjaar waarvoor die beschikking geldt;
  • b.ter zake van een beschikking als bedoeld in de artikelen 27 , 28 en 29 van de wet : binnen vier weken na de vaststelling van de beschikking, met dien verstande dat gegevens betreffende een beschikking die is verminderd krachtens een beslissing op een bezwaarschrift of een rechterlijke uitspraak, worden geleverd binnen twee weken nadat die uitspraak onherroepelijk is komen vast te staan.
3Het college van burgemeester en wethouders stelt de Dienst onverwijld op de hoogte van feiten of omstandigheden met betrekking tot een beschikking die voor de afnemers van belang zijn in het kader van de heffing en invordering van hun belastingen.4De Dienst draagt onverwijld zorg voor de levering van de gegevens, feiten en omstandigheden, bedoeld in dit artikel, aan de afnemers.
Art. 9
De specificaties voor de aanlevering van gegevens door het college van burgemeester en wethouders aan de Dienst worden door de Waarderingskamer vastgesteld in overleg met de afnemers en de Dienst en gepubliceerd door de Waarderingskamer.
Hst. 3a Beheer landelijke voorziening WOZ
Art. 9a
1De Dienst beheert de landelijke voorziening WOZ in overleg met de afnemers.2Het overleg met de afnemers vindt plaats in de Waarderingskamer.
Hst. 4 Gegevensverstrekking
Art. 10
1Als bestuursorgaan dat bevoegd is tot het gebruik van het waardegegeven en de daarbij behorende temporele en meta-kenmerken op grond van artikel 37h van de wet worden aangewezen:
  • a.de notaris in het kader van de bestrijding van vastgoedcriminaliteit ten behoeve van het vergelijken met een taxatiewaarde, dan wel het vergelijken met een aan- of verkoopprijs;
  • b.het Centraal bureau voor de statistiek ten behoeve van statistische doeleinden als bedoeld in artikel 37 van de Wet op het Centraal bureau voor de statistiek ;
  • c.het Bureau Ontnemingswetgeving van het Openbaar Ministerie ten behoeve van het zicht krijgen op waarden van inbeslaggenomen onroerende zaken;
  • d.de Minister voor Wonen en Rijksdienst ten behoeve van de uitoefening van zijn wettelijke taken, bedoeld in het bepaalde bij en krachtens de artikelen 27, eerste lid, aanhef en onderdeel a, en tweede, derde en vijfde lid , 49, zesde lid , en 58, tweede lid, van de Woningwet , en artikel II, twaalfde lid, van de Herzieningswet toegelaten instellingen volkshuisvesting ;
  • e.Staatsbosbeheer ten behoeve van de vaststelling van de waarde van onroerende zaken die in erfpacht of opstal zijn of worden uitgegeven;
  • f.de huurcommissie ten behoeve van het vaststellen van het aantal woningwaarderingspunten van een woning;
  • g.de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland ten behoeve van een statistische analyse van de variabelen die het energielabel van huurwoningen voorspellen;
  • h.het Instituut Mijnbouwschade Groningen ten behoeve van de vaststelling van de waarde van onroerende zaken in de provincies Groningen, Drenthe en Friesland voor zover noodzakelijk voor de uitoefening van zijn wettelijke taken, bedoeld in artikel 2 van de Tijdelijke wet Groningen ;
  • i.de Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland ten behoeve van de vaststelling van de waarde van woningen in die provincie voor zover noodzakelijk voor de uitoefening van de Subsidieregeling lokale initiatieven energietransitie Zuid-Holland 2017;
  • j.de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ten behoeve van de behandeling en betaling van de zakelijke lasten en gebruikerslasten met betrekking tot onroerende zaken waarvan de Staat eigenaar of gebruiker is;
  • k.het college van burgemeester en wethouders ten behoeve van de uitoefening van zijn wettelijke taken en bevoegdheden, bedoeld in de Huisvestingswet 2014 en de Wet goed verhuurderschap , voor zover deze zien op het bestrijden van onevenwichtige en onrechtvaardige effecten van schaarste aan woonruimte en het behoud van de leefbaarheid in relatie tot woonruimte.
2Als bestuursorgaan dat bevoegd is tot het gebruik van de temporele en meta-kenmerken behorend bij het waardegegeven op grond van artikel 37h van de wet wordt aangewezen de Autoriteit Consument en Markt ten behoeve van het vaststellen van een aansluiting als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel m, van de Gaswet en artikel 1, eerste lid, onderdeel b, van de Elektriciteitswet 1998 .
Art. 11
1Als derden als bedoeld in artikel 40a van de wet , waaraan het waardegegeven en de daarbij behorende temporele en meta-kenmerken van een onroerende zaak die in hoofdzaak tot woning dient, kan worden verstrekt, worden aangewezen:indien deze om het waardegegeven en de daarbij behorende temporele en meta-kenmerken verzoeken ten behoeve van het vergelijken met de veronderstelde waarde van een aan een financieringsaanvraag ten grondslag liggend waardeobject.2Als derden als bedoeld in artikel 40a van de wet , waaraan het waardegegeven en de daarbij behorende temporele en meta-kenmerken van een onroerende zaak die in hoofdzaak tot woning dient, kan worden verstrekt, worden mede aangewezen de door de Stichting Nederlands Register Vastgoed Taxateurs gecertificeerde validatie-instituten, indien deze om het waardegegeven en de daarbij behorende temporele en meta-kenmerken verzoeken ten behoeve van de validatie van een woningtaxatierapport van een aangesloten taxateur in het kader van een financieringsaanvraag.3Als derden als bedoeld in artikel 40a van de wet , waaraan het waardegegeven en de daarbij behorende temporele en meta-kenmerken van een onroerende zaak die in hoofdzaak tot woning dient, kan worden verstrekt, worden mede aangewezen instellingen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme , indien deze om het waardegegeven en de daarbij behorende temporele en meta-kenmerken verzoeken ten behoeve van het verrichten van cliëntenonderzoek of melden van verrichte of voorgenomen ongebruikelijke transacties, bedoeld in artikel 2a, eerste lid, van die wet .
Hst. 5 Overgangs- en slotbepalingen
Art. 12
Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsbladwaarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 1995.
Art. 13
Dit besluit wordt aangehaald als: Uitvoeringsbesluit kostenverrekening en gegevensuitwisseling Wet waardering onroerende zaken.
undefined
artikel 7 – Voor ieder WOZ-object:(01.01) uniek WOZ-objectnummerUnieke adressering voorzover noodzakelijk bestaande uit:(10.20) woonplaatsnaam(11.10) straatnaam(11.20) huisnummer(11.30) huisletter(11.40) huisnummertoevoeging(11.50) aanduiding bij huisnummer(11.60) postcode(11.70) lokatieomschrijving(12.20) gebruikscode(14.10) code gebouwd/ongebouwd(15.10) vastgestelde waarde(15.20) waardepeildatum(15.30) bijzondere-waarderingscode(15.40) aanduiding valutasoort(15.50) code blokkerenIndien het WOZ-object door middel van een sluimerend WOZ-object geen onderdeel gemaakt is van een complex (anders wordt dit gegeven geregistreerd en geleverd voor het sluimerend WOZ-object):(12.10) grondoppervlakteIndien het WOZ-object bij het gegeven «(14.10) code gebouwd/ongebouwd» is gemerkt als «gedeeltelijk gebouwd, gedeeltelijk ongebouwd»:(14.20) meegetaxeerde oppervlakte gebouwd(14.30) aandeel waarde gebouwd(81.10) mutatiecode(81.20) ingangsdatum(81.30) einddatum– Per WOZ-object dat door middel van een sluimerend WOZ-object geen onderdeel gemaakt is van een complex, voor ieder kadastraal object dat betrokken is bij dat WOZ-object (anders worden deze gegevens geregistreerd en geleverd voor het sluimerend WOZ-object):(01.01) uniek WOZ-objectnummer(51.10) kadastrale gemeentecode(51.20) sectie(51.30) perceelnummer(51.40) perceel-index-letter(51.50) perceel-index-nummer(52.10) toegekende oppervlakteIndien het WOZ-object bij het gegeven «(14.10) code gebouwd/ongebouwd» is gemerkt als «gedeeltelijk gebouwd, gedeeltelijk ongebouwd»:(52.20) meegetaxeerde oppervlakte gebouwd per kadastraal object(81.10) mutatiecode(81.20) ingangsdatum(81.30) einddatum– Voor ieder WOZ-object dat doorsneden wordt door een waterschapsgrens, per waterschap waarin het WOZ-object gelegen is:(01.01) uniek WOZ-objectnummer(15.10) vastgestelde waarde(71.10) code afnemer(81.10) mutatiecode(81.20) ingangsdatum(81.30) einddatum– Per WOZ-object voor ieder subject te wiens aanzien een beschikking is genomen met betrekking tot dat WOZ-object:(01.01) uniek WOZ-objectnummer(01.20) burgerservicenummer/een door een kamer toegekend uniek nummer als bedoeld in de Handelsregisterwet 2007 (01.21) aanvullend subjectnummer(41.10) aanduiding eigenaar/gebruiker(41.30) c.s.-codeIndien subject een natuurlijk persoon is:(01.10) A-nummer natuurlijk persoonIndien subject de eigenaar is:(41.20) zakelijk-rechtcode(81.10) mutatiecode(81.20) ingangsdatum(81.30) einddatum– Voor ieder subject dat als belanghebbende een beschikking heeft ontvangen:(01.20) burgerservicenummer/een door een kamer toegekend uniek nummer als bedoeld in de Handelsregisterwet 2007 (01.21) aanvullend subjectnummerIndien subject een natuurlijk persoon is:(01.10) A-nummer natuurlijk persoon(02.11) voorletters(02.30) voorvoegsels(04.05) aanduiding naamgebruik(03.10) geboortedatum natuurlijk persoonIndien subject een niet-natuurlijk persoon is:(01.30) Handelsregisternummer(02.40) geslachtsnaam/statutaire naamIndien tenaamstelling bij natuurlijk persoon anders luidt dan de geslachtsnaam:(02.31) voorvoegsels behorend bij partnernaam(02.41) partnernaam/bedrijfsnaam verkortIndien tenaamstelling bij niet-natuurlijk persoon anders luidt dan de statutaire naam:(02.41) partnernaam/bedrijfsnaam verkortIndien natuurlijk persoon overleden is:(08.10) datum overlijden natuurlijk persoon(08.11) status subject(10.10) functie adresVolledig postadres van subject voorzover noodzakelijk bestaande uit:(11.10) straatnaam(11.20) huisnummer(11.30) huisletter(11.40) huisnummertoevoeging(11.50) aanduiding bij huisnummer(11.60) postcode(11.70) lokatieomschrijving(10.20) woonplaatsnaam(13.10) landnaam(81.10) mutatiecode(81.20) ingangsdatum(81.30) einddatum– Voor iedere genomen WOZ-beschikking en voor iedere wijziging van de status van een genomen beschikking:(01.01) uniek WOZ-objectnummer(01.10) A-nummer natuurlijk persoon(01.20) burgerservicenummer/een door een kamer toegekend uniek nummer als bedoeld in de Handelsregisterwet 2007 (01.21) aanvullend subjectnummer(15.20) waardepeildatum(22.10) code status beschikking(22.20) datum status(81.10) mutatiecode(81.20) ingangsdatum(81.30) einddatum– Voor iedere levering van gegevens aan een afnemer:(09.10) gemeentecode(09.11) gemeentenaam(71.10) code afnemer(91.10) contactpersoon(91.20) telefoonnummer contactpersoon(91.30) softwareleverancier(91.40) versie Stuf-WOZ(92.10) aanmaakdatum(92.20) bijgewerkt tot en met maand(92.30) datum vorige aanlevering(93.30) aard leveringsbestand
Naar boven