Direct naar content gaan
Besluit gegevensverstrekking Wet waardering onroerende zaken
Art. 1
1In dit besluit wordt verstaan onder informatieplichtige: degene die in het bezit is van boeken, bescheiden of andere gegevensdragers waarvan de raadpleging, onderscheidenlijk de gegevens- en inlichtingenverstrekking van belang kunnen zijn voor de vaststelling van feiten die van invloed kunnen zijn op de bepaling en de vaststelling van de waarde van onroerende zaken ingevolge de hoofdstukken III en IV van de Wet waardering onroerende zaken , dan wel degene die van deze feiten kennis draagt, met dien verstande dat:2De in dit besluit opgenomen verplichtingen gelden mede voor een administratiekantoor dat ten behoeve van een in het eerste lid bedoelde informatieplichtige werkzaam is.3Informatieplichtig als bedoeld in het eerste lid zijn slechts degenen die voor de heffing van rijksbelastingen administratieplichtig zijn.4Voor zover dit redelijkerwijs van belang kan worden geacht voor de uitvoering van dit besluit, gelden de in dit besluit genoemde bevoegdheden en verplichtingen ook buiten de gemeente.
Art. 2
Een informatieplichtige als bedoeld in artikel 1, eerste lid, aanhef en onderdeel a , die kennis heeft van, dan wel de beschikking heeft over gegevens betreffende:
  • 1°.datum, betrokken partijen, voorwaarden en koopsom inzake verkooptransacties van onroerende zaken of de vestiging van beperkte rechten waaraan deze zaken zijn onderworpen;
  • 2°.datum, betrokken partijen, voorwaarden en tegenprestatie inzake ingebruikgeving of datum, betrokken partijen, voorwaarden en huursom inzake verhuurtransacties van onroerende zaken die niet tot woning dienen;
is gehouden desgevraagd aan het college van burgemeester en wethouders of de in artikel 1, tweede lid, van de Wet waardering onroerende zaken bedoelde gemeenteambtenaar:
  • a.deze gegevens en inlichtingen te verstrekken, of
  • b.de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers of de inhoud daarvan – zulks ter keuze van het college van burgemeester en wethouders of de in artikel 1, tweede lid, van de Wet waardering onroerende zaken bedoelde gemeenteambtenaar – voor raadpleging beschikbaar te stellen.
Art. 3
Een informatieplichtige als bedoeld in artikel 1, eerste lid, aanhef en onderdeel a , onder 3° , die kennis heeft van, dan wel de beschikking heeft over gegevens betreffende de vervaardigingskosten, datum gereedmelding, bouwperiode of constructie van onroerende zaken, is gehouden desgevraagd aan het college van burgemeester en wethouders of de in artikel 1, tweede lid, van de Wet waardering onroerende zaken bedoelde gemeenteambtenaar:
  • a.deze gegevens en inlichtingen te verstrekken, of
  • b.de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers of de inhoud daarvan – zulks ter keuze van het college van burgemeester en wethouders of de in artikel 1, tweede lid, van de Wet waardering onroerende zaken bedoelde gemeenteambtenaar – voor raadpleging beschikbaar te stellen.
Art. 4
Een informatieplichtige als bedoeld in artikel 1, eerste lid, aanhef en onderdeel b , die kennis heeft van, dan wel de beschikking heeft over naam-, adres- en woonplaatsgegevens van de eigenaren, bezitters, beperkt of persoonlijk gerechtigden van een onroerende zaak, is gehouden desgevraagd aan het college van burgemeester en wethouders of de in artikel 1, tweede lid, van de Wet waardering onroerende zaken bedoelde gemeenteambtenaar:
  • a.deze gegevens en inlichtingen te verstrekken, of
  • b.de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers of de inhoud daarvan – zulks ter keuze van het college van burgemeester en wethouders of de in artikel 1, tweede lid, van de Wet waardering onroerende zaken bedoelde gemeenteambtenaar – voor raadpleging beschikbaar te stellen.
Art. 5
1De in artikel 47, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen bedoelde verplichting geldt mede voor een administratiekantoor waarbij zich gegevensdragers bevinden van degene die voor de waardebepaling en de waardevaststelling, bedoeld in de hoofdstukken III en IV van de Wet waardering onroerende zaken , gehouden is deze, of de inhoud daarvan, aan het college van burgemeester en wethouders of de in artikel 1, tweede lid, van de Wet waardering onroerende zaken bedoelde gemeenteambtenaar voor raadpleging beschikbaar te stellen.2Het college van burgemeester en wethouders of de in artikel 1, tweede lid, van de Wet waardering onroerende zaken bedoelde gemeenteambtenaar stelt degene wiens gegevensdragers het bij een administratiekantoor vordert, gelijktijdig hiervan in kennis.
Art. 6
Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de datum van uitgifte van het Staatsbladwaarin het wordt geplaatst.
Art. 7
Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit gegevensverstrekking Wet waardering onroerende zaken.
Naar boven