Besluit op de huurtoeslag
Hst. 1 DEFINITIES
Art. 1
Hst. 2 Bijzondere gevallen
Art. 2
a. hij langer dan een jaar op een ander adres verblijft dan het adres waarop hij als ingezetene in de basisregistratie personen staat ingeschreven, en b. sprake is van een bijzondere omstandigheid.
a. een verpleeghuis; b. een psychiatrische inrichting; c. een penitentiaire inrichting.
Art. 2a
a. de verzorgingsbehoefte blijkt uit een indicatiebesluit van het CIZ, genoemd in artikel 7.1.1 van de Wet langdurige zorg ; b. het voordeel uit sparen en beleggen als bedoeld in artikel 5.2 van de Wet inkomstenbelasting 2001 over het berekeningsjaar van de in het eerste lid bedoelde buiten beschouwing te laten persoon, niet meer bedraagt dan € 5.322 en c. het gezamenlijke toetsingsinkomen van de huurder, diens partner en de medebewoners, met inbegrip van de in het eerste lid bedoelde buiten beschouwing te laten persoon, niet meer bedraagt dan € 58.400.
Art. 2b
a. afkoopsommen van ouderdoms- of nabestaandenpensioen die in het berekeningsjaar niet meer bedragen dan het bedrag dat is opgenomen in artikel 66, eerste lid, van de Pensioenwet en artikel 78, eerste lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling ; b. nabetalingen van inkomsten als bedoeld in afdeling 3.3 en 3.5 van de Wet inkomstenbelasting 2001 ; c. wezenuitkeringen die met toepassing van artikel 49 van de Algemene nabestaandenwet aan een ander dan de wettelijke vertegenwoordiger van het kind betaalbaar zijn gesteld; d. afkoopsommen op grond van de Liquidatiewet ongevallenwetten ; e. verhogingen op grond van artikel 10 van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen , artikel 2:51 of 3:9 van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten of artikel 22 van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering voorzover het bedrag van de verhoging niet hoger is dan het in artikel 6.20, eerste lid, onderdeel a, van de Wet inkomstenbelasting 2001 genoemde drempelbedrag voor uitgaven voor specifieke zorgkosten.
Art. 2c
Hst. 3 Onzelfstandige woonruimte
Art. 3
a. de desbetreffende woonruimten geschikt en bestemd zijn voor: 1°. begeleid wonen, of een daarmee vergelijkbare woonvorm, of 2°. groepswonen door ouderen, of een daarmee vergelijkbare woonvorm;
b. de desbetreffende huurovereenkomst naar haar aard niet van korte duur is; c. de rekenhuur niet anders dan door middel van een huurtoeslag wordt gesubsidieerd, en d. de desbetreffende woonruimten zodanig zijn verdeeld dat elke huurder over minimaal één privé-vertrek beschikt.
a. de desbetreffende woonruimten bestemd zijn voor huurders die zonder zorg of begeleiding niet zelfstandig kunnen wonen; b. het begeleid wonen of de daarmee vergelijkbare woonvorm gericht is op integratie en acceptatie van de bewoners in de nabije omgeving; c. de zorg of begeleiding plaatsvindt door een instelling als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel f, van de Wet toelating zorginstellingen , die zorg verleent waarop aanspraak bestaat ingevolge de Wet langdurige zorg of door een andere deskundige, erkende hulpverleningsinstantie, of de huurders beschikken over een persoonsgebonden budget als bedoeld in de Wet langdurige zorg, de Zorgverzekeringswet , de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 of de Jeugdwet ; d. er een gescheiden huur- en zorgovereenkomst is, en e. de desbetreffende woonruimten niet bestemd zijn om uitsluitend te worden bewoond door minderjarige huurders.
a. alle huurders van de desbetreffende woonruimten zijn genoemd in één overeenkomst van huur en verhuur; b. in de desbetreffende woonruimten ten minste drie huishoudens zijn gehuisvest, en c. ten minste 80 procent van de huurders van de desbetreffende woonruimten de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet , hebben bereikt.
Hst. 4 Verklaring van de voorzitter van de huurcommissie
Art. 4
Art. 5
Art. 6
Hst. 5 Kwaliteitskorting
Art. 7
Hst. 6 WIJZIGING VAN ANDERE BESLUITEN
Par. undefined Ministerie van Justitie
Art. 8
Art. 9
Par. undefined Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Art. 10
Art. 11
Par. undefined Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
Art. 12
Art. 13
Hst. 7 SLOTBEPALINGEN
Par. undefined
Art. 14
Art. 15
Art. 16