Direct naar content gaan
Uitvoeringsbeschikking omzetbelasting 1968
Par. undefined Begripsbepalingen
Art. 1
Par. undefined Inleidende bepalingen
Art. 1a
1De inspecteur stelt de datum met ingang waarvan ingevolge artikel 1a, derde lid, eerste volzin, van de wet , het tweede lid van dat artikel niet van toepassing is, vast:
  • a.op de datum van dagtekening van de beschikking bedoeld in het derde lid van dat artikel; dan wel
  • b.indien degene die het verzoek indient zulks wenst, op een in het verzoek aangegeven latere datum.
2De wederopzegging als bedoeld in artikel 1a, derde lid, tweede volzin, van de wet , dient schriftelijk te geschieden.3De inspecteur stelt de datum met ingang waarvan na de wederopzegging artikel 1a, tweede lid, van de wet , wederom van toepassing is, vast, met inachtneming van het derde lid, tweede volzin, van dat artikel, op 1 januari van het jaar volgend op dat waarin de wederopzegging is ontvangen.
Art. 1b
In geval moet worden aangetoond dat een vervoermiddel een nieuw vervoermiddel is, dienen zodanig deugdelijke gegevens te worden overgelegd dat aan de hand daarvan kan worden vastgesteld dat het vervoermiddel een nieuw vervoermiddel is. In ieder geval moeten worden overgelegd:
Hst. I Veilingen
Par. undefined
Art. 2
Vervallen
Hst. IA Verkopen op afstand
Art. 2a
Vervallen
Art. 2b
Vervallen
Hst. II Publiekrechtelijke lichamen en fiscale eenheid
Art. 3
Publiekrechtelijke lichamen worden als ondernemer aangemerkt met betrekking tot het geven van gelegenheid tot parkeren waarbij een fysieke barrière of een registratie bij de in- of uitrit ter verzekering van de betaling van het parkeergeld dient.
Art. 3a
1Bij vorming van een fiscale eenheid als bedoeld in artikel 7, vierde lid, van de wet , wordt de fiscale eenheid voor het berekenen van de door haar verschuldigde belasting geacht in de plaats te zijn getreden van de natuurlijke personen en lichamen in de zin van de Algemene wet inzake rijksbelastingen , die de fiscale eenheid vormen.2Bij beëindiging van een fiscale eenheid als bedoeld in artikel 7, vierde lid, van de wet , worden de natuurlijke personen en lichamen in de zin van de Algemene wet inzake rijksbelastingen , die de fiscale eenheid vormden, voor het berekenen van de door hen verschuldigde belasting geacht in de plaats te zijn getreden van de fiscale eenheid, voor het deel dat tot hun bedrijfsvermogen behoort.3Bij wijziging van een fiscale eenheid als bedoeld in artikel 7, vierde lid, van de wet :4De voorgaande leden gelden niet voor de toepassing van artikel 4c, derde en vierde lid .
Hst. III Regeling voor gebruikte goederen, kunstvoorwerpen, voorwerpen voor verzamelingen en antiquiteiten
Art. 4
1Als edele metalen en edelstenen als bedoeld in artikel 2a, eerste lid, onderdeel 1, van de wet , worden aangewezen onbewerkte edele metalen (GN-code 7106, 7108, 7110 en 7112) en onbewerkte edelstenen (GN-code 7102, 7103).2Als kunstvoorwerpen, voorwerpen voor verzamelingen en antiquiteiten als bedoeld in artikel 2a, eerste lid, onderdeel m, van de wet , worden aangewezen de in bijlage J bedoelde goederen.
Art. 4a
1De wederverkoper is verplicht aan zijn leverancier als bedoeld in artikel 28b, tweede lid, van de wet , een door laatstbedoelde te ondertekenen inkoopverklaring uit te reiken waarin op duidelijke en overzichtelijke wijze zijn vermeld:
  • a.de dag waarop de levering wordt verricht;
  • b.naam en adres van de wederverkoper;
  • c.naam en adres van de leverancier;
  • d.een duidelijke omschrijving van het geleverde goed en, voor zover het een motorrijtuig betreft, tevens het kenteken;
  • e.de hoeveelheid van de geleverde goederen;
  • f.het bedrag dat aan de leverancier ter zake van de levering is of moet worden voldaan;
  • g.een verklaring van de leverancier dat hij ter zake van de levering aan hem van het goed in het geheel geen belasting in aftrek heeft gebracht.
2De wederverkoper is verplicht een dubbel van de uitgereikte inkoopverklaring te bewaren.3Het eerste lid is niet van toepassing:
  • a.ingeval het bedrag dat aan de leverancier moet worden voldaan minder dan € 500 bedraagt;
  • b.ingeval de leverancier ingevolge artikel 34c van de wet een factuur uitreikt;
  • c.ingeval de inkoop van een goed door de wederverkoper gelijktijdig plaatsvindt met de levering door hem van een ander goed aan de leverancier en de wederverkoper een factuur uitreikt die voldoet aan de in de wet gestelde voorwaarden, mits de factuur tevens voldoet aan het bepaalde in het eerste lid.
Art. 4b
1Ingeval van inwilliging van het in artikel 28c, eerste lid, van de wet bedoelde verzoek, is de wederverkoper de belasting die hij in aftrek heeft gebracht:
  • a.ter zake van de levering en invoer van goederen als bedoeld in het eerste lid, onderdelen a en b, van dat artikel; of
  • b.met toepassing van het tweede lid van dit artikel;
alsnog verschuldigd in het eerste belastingtijdvak waarin artikel 28c van de wet toepassing vindt.
2Ingeval van een wederopzegging als bedoeld in artikel 28c, tweede lid, van de wet , kan de ondernemer de belasting die hij:alsnog in aftrek brengen in het eerste belastingtijdvak waarin die wederopzegging toepassing vindt.
Art. 4c
1 Artikel 28d van de wet is van toepassing:
  • a.ter zake van leveringen door wederverkopers van de volgende goederen alsmede van de gebruikte onderdelen, toebehoren en benodigdheden terzake:
    • 1°.vervoermiddelen, daaronder begrepen caravans, fietsen en bromfietsen;
    • 2°.kleding;
    • 3°.meubels;
    • 4°.boeken en tijdschriften;
    • 5°.foto-, film- en video-apparatuur alsmede beeld- en geluiddragers zoals grammofoonplaten, video- en muziekcassettes en compact-discs;
    • 6°.muziekinstrumenten;
    • huishoudelijke, elektrische en elektronische apparaten;
    • 8°.huisdieren;
    • 9°.kunstvoorwerpen, voorwerpen voor verzamelingen en antiquiteiten;
  • b.ter zake van leveringen door wederverkopers van andere goederen dan die bedoeld in onderdeel a, ingeval het onmogelijk of ongebruikelijk is om de goederen administratief van inkoop tot verkoop te volgen of om de aankoopprijs van een partij goederen te splitsen in aankoopprijzen voor elk afzonderlijk goed, mits de wederverkoper op een daartoe gedaan verzoek door de inspecteur is aangewezen.
2Het eerste lid is niet van toepassing ten aanzien van veilinghouders.3Het eerste lid, aanhef en onderdeel a, is niet van toepassing ten aanzien van wederverkopers die daarvan schriftelijk kennis geven aan de inspecteur. Deze regeling mag slechts worden toegepast met ingang van het kalenderjaar volgend op dat van de kennisgeving en geldt tot wederopzegging met ingang van een kalenderjaar na die wederopzegging, doch voor ten minste vijf kalenderjaren. Een hernieuwde schriftelijke kennisgeving kan eerst met ingang van het zesde kalenderjaar na het ingaan van die wederopzegging worden ingewilligd.4De inspecteur beslist op het in het eerste lid, onderdeel b, bedoelde verzoek bij voor bezwaar vatbare beschikking. Bij inwilliging van het verzoek geldt zulks met ingang van het kalenderjaar volgend op dat van het verzoek en tot wederopzegging met ingang van een kalenderjaar na die wederopzegging, doch voor ten minste vijf kalenderjaren. Een hernieuwd verzoek kan eerst met ingang van het zesde kalenderjaar na het ingaan van die wederopzegging worden ingewilligd.5De wederverkoper die ingevolge de vorige leden de belasting moet berekenen op de voet van artikel 28d van de wet , maar die ter zake van de levering van een goed in het tijdvak van aangifte op grond van artikel 9, tweede lid, onderdeel b, van de wet het tarief van nihil toepast dan wel de belasting berekent met toepassing van artikel 28f, eerste lid, van de wet , is gehouden in dat tijdvak de in artikel 28d, tweede volzin, van de wet , laatstbedoelde som te verminderen:
  • a.met het bedrag dat eerder bij de berekening van de winstmarge per tijdvak van aangifte ter zake van dat goed in aanmerking is genomen; of
  • b.ingeval het in onderdeel a bedoelde bedrag niet bekend is, met het bedrag van de vergoeding voor dat goed verminderd met het positieve bedrag van de brutowinst, welke wordt gesteld op het bedrag van die vergoeding vermenigvuldigd:
    • 1°.met het saldo van de winstmarges per tijdvak van aangifte over het voorgaande kalenderjaar gedeeld door de som van de bij de berekening van die winstmarges in aanmerking genomen vergoedingen; of
    • 2°.ingeval het onder 1° bedoelde saldo ontbreekt, met de winstmarge over het voorafgaande tijdvak van aangifte gedeeld door de som van de bij de berekening van die winstmarge in aanmerking genomen vergoedingen;
    waarbij de onder 1° en 2° bedoelde winstmarges en vergoedingen betrekking hebben op goederen waarop eenzelfde tarief van toepassing is als op het geleverde goed en de bedoelde winstmarges de in een tijdvak van aangifte gerealiseerde winstmarges betreffen, voordat de in het zesde lid bedoelde verrekening of optelling heeft plaatsgevonden.
6Ingeval in een belastingtijdvak in een kalenderjaar, het laatste belastingtijdvak in een kalenderjaar uitgezonderd, de winstmarge per belastingtijdvak met betrekking tot leveringen van goederen waarop eenzelfde tarief wordt toegepast (tijdvak-winstmarge) negatief is, wordt deze negatieve tijdvak-winstmarge verrekend met een positieve tijdvak-winstmarge, of opgeteld bij een negatieve tijdvak-winstmarge, die in het volgende belastingtijdvak wordt gerealiseerd.7Na afloop van een kalenderjaar wordt voor dat kalenderjaar met betrekking tot leveringen van goederen waarop eenzelfde tarief wordt toegepast de in artikel 28d, van de wet bedoelde winstmarge op jaarbasis vastgesteld (jaarsaldo). Ingeval dat jaarsaldo negatief is, wordt dit negatieve jaarsaldo opgeteld bij de ten behoeve van de vaststelling van het jaarsaldo van het daaropvolgende kalenderjaar in artikel 28d, tweede volzin, van de wet laatstbedoelde, op jaarbasis herrekende, som. Ingeval de belasting over dat aldus berekende jaarsaldo minder bedraagt dan het bedrag aan belasting dat over dat kalenderjaar is of moet worden voldaan ter zake van dergelijke leveringen, wordt het verschil aan de wederverkoper teruggegeven.8Het vaststellen van een negatief jaarsaldo als bedoeld in het zevende lid, alsmede van het bedrag van de aldaar bedoelde teruggaaf, geschiedt op verzoek bij voor bezwaar vatbare beschikking. Het verzoek wordt gedaan bij de aangifte over het eerste tijdvak van het volgende kalenderjaar. Indien de beschikking met betrekking tot de vaststelling van een negatief jaarsaldo tot een onjuist bedrag is vastgesteld, kan de inspecteur de beschikking bij voor bezwaar vatbare beschikking herzien. De bevoegdheid tot herziening ten aanzien van een negatief jaarsaldo vervalt door verloop van vijf jaren na het einde van het kalenderjaar waarin dat saldo, zonder toepassing van de tweede volzin van het zevende lid berekend, is ontstaan.
Hst. IIIA Regeling voor reisbureaus
Art. 4d
De keuze, bedoeld in artikel 28zb van de wet , geldt voor een periode van tenminste vijf opeenvolgende jaren en geldt vanaf het begin van een aangiftetijdvak.
Hst. IV Doorlopende posten
Art. 5
Als met doorlopende posten gelijk te stellen bedragen, bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel c, van het besluit , worden aangewezen:
  • a.de bedragen welke door een reisbureau, reisvereniging of een dergelijke ondernemer op eigen naam ten behoeve van reizigers voor wie zij de reis verzorgen, aan een andere ondernemer worden voldaan ter zake van in het buitenland ten behoeve van die reizigers verrichte leveringen en diensten;
  • b.de bedragen welke de leverancier van een motorrijtuig aan de afnemer in rekening brengt ter zake van de inschrijving en tenaamstelling van het voertuig in het kentekenregister, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel i, van de Wegenverkeerswet 1994 , voor zover die bedragen aan leges zijn voldaan.
Hst. IVa Gemaakte uitgaven
Art. 5a
1Als gemaakte uitgaven voor het gebruik van een goed als bedoeld in artikel 4, tweede lid, onderdeel a, van de wet worden, met inachtneming van het gestelde in het tweede en derde lid, aangemerkt de kosten van de ondernemer, de omzetbelasting daaronder niet begrepen, in verband met:
  • a.de verwerving of de vervaardiging van het goed;
  • b.het onderhoud, het herstel, de verbetering en de verbouwing van het goed;
  • c.het feitelijke gebruik van het goed;
wanneer ter zake van de desbetreffende kosten recht op volledige of gedeeltelijke aftrek van belasting is ontstaan en voor zover het goed wordt gebruikt in de zin van genoemde bepaling.
2Het bedrag van de voor een kalenderjaar in aanmerking te nemen kosten als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, wordt gedeeld door 10 ingeval van een onroerende zaak, en gedeeld door 5 ingeval van een roerende zaak waarop de ondernemer afschrijft voor de inkomstenbelasting of de vennootschapsbelasting of waarop hij zou kunnen afschrijven indien hij aan een zodanige belasting zou zijn onderworpen.3Het bedrag van de voor een kalenderjaar in aanmerking te nemen kosten als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, wordt gesteld op het bedrag van die kosten in het kalenderjaar waarin de ondernemer de betreffende goederen of diensten gaat gebruiken.4De in het eerste lid, onderdeel a, bedoelde kosten voor de verwerving of de vervaardiging van een goed worden op nihil gesteld voor een onroerende zaak na afloop van het negende jaar volgende op dat waarin de ondernemer het goed is gaan gebruiken, en voor een roerende zaak na afloop van het vierde jaar volgende op dat waarin de ondernemer het goed is gaan gebruiken, indien het gaat om een roerende zaak waarop de ondernemer voor de inkomstenbelasting of de vennootschapsbelasting afschrijft, of waarop hij zou kunnen afschrijven indien hij aan een zodanige belasting zou zijn onderworpen.5Voor goederen waarvoor de kosten in verband met de verwerving of de vervaardiging van het goed bij de verwerving of de vervaardiging lager zijn dan de vergoeding voor de levering van dat goed als bedoeld in artikel 8 van de wet , wordt voor de toepassing van het eerste lid, onderdeel a, de vergoeding aangemerkt als de gemaakte kosten.
Art. 5b
Als gemaakte uitgaven voor een dienst als bedoeld in artikel 4, tweede lid, onderdeel b, van de wet , wordt aangemerkt het bedrag van de door de ondernemer voor het verrichten van de dienst gemaakte kosten.
Hst. V Vrijstellingen
Art. 6
1De keuze blijkens de notariële akte of het verzoek om te worden uitgezonderd van de vrijstelling van belasting voor de levering van onroerende zaken en van rechten waaraan deze zijn onderworpen kan voor elke onroerende zaak en voor elk recht waaraan een onroerende zaak is onderworpen worden gedaan.2In de notariële akte of het verzoek wordt vermeld een omschrijving van de onroerende zaak en het recht waaraan deze is onderworpen met plaatselijke en kadastrale aanduiding alsmede de datum van aanvang van het boekjaar. In de notariële akte of het verzoek wordt een door de afnemer ondertekende verklaring gevoegd waaruit blijkt dat hij de onroerende zaak gebruikt voor doeleinden waarvoor een volledig of nagenoeg volledig recht op aftrek van belasting op de voet van artikel 15 van de wet bestaat.3De inspecteur beslist op het verzoek bij voor bezwaar vatbare beschikking.4Aan de in artikel 11, eerste lid, onderdeel a, onder 2°, van de wet bedoelde voorwaarde dat de afnemer de onroerende zaak gebruikt voor doeleinden waarvoor een volledig of nagenoeg volledig recht op aftrek van belasting op de voet van artikel 15 van de wet bestaat, is voldaan, wanneer de onroerende zaak zowel over het boekjaar van levering van de onroerende zaak als over het daarop volgende boekjaar voor de hiervoor vermelde doeleinden is gebruikt.5Ingeval de onroerende zaak niet vóór het einde van het boekjaar volgende op het boekjaar van levering van de onroerende zaak in gebruik is genomen door de afnemer, is niet voldaan aan de in het vierde lid bedoelde voorwaarde.6De afnemer stelt binnen vier weken na afloop van het boekjaar volgende op het boekjaar van levering van de onroerende zaak, de leverancier door middel van een door hem ondertekende verklaring ervan in kennis, of is voldaan aan de in het vierde lid bedoelde voorwaarde. De afnemer zendt binnen dezelfde termijn een afschrift van deze verklaring aan de inspecteur.7In geval van levering door de afnemer van de onroerende zaak binnen de termijn waarin het keuzerecht voor belasting wordt beoordeeld, is het zesde lid van toepassing, met dien verstande dat de verklaring wordt overgelegd binnen vier weken na het tijdstip waarop de levering is verricht. In dat geval vervalt de verklaring, bedoeld in de eerste volzin van het zesde lid.8Voor de toepassing van dit artikel geldt als boekjaar het boekjaar van de afnemer.
Art. 6a
1De keuze blijkens de schriftelijke huurovereenkomst of het verzoek om te worden uitgezonderd van de vrijstelling van belasting voor verhuur van onroerende zaken kan voor elke onroerende zaak afzonderlijk worden gedaan.2In de schriftelijke huurovereenkomst of het verzoek wordt vermeld een omschrijving van de onroerende zaak met plaatselijke en kadastrale aanduiding alsmede de datum van aanvang van het boekjaar van de huurder. In de schriftelijke huurovereenkomst of het verzoek wordt een door de huurder ondertekende verklaring gevoegd waaruit blijkt dat hij de onroerende zaak gebruikt voor doeleinden waarvoor een volledig of nagenoeg volledig recht op aftrek van belasting op de voet van artikel 15 van de wet bestaat.3De inspecteur beslist op het verzoek bij voor bezwaar vatbare beschikking, waarin de datum met ingang waarvan de vrijstelling buiten toepassing blijft, wordt vermeld.4Voor elk boekjaar geldt dat aan de in artikel 11, eerste lid, onderdeel b, onder 5°, van de wet bedoelde voorwaarde dat de huurder de onroerende zaak gebruikt voor doeleinden waarvoor een volledig of nagenoeg volledig recht op aftrek van belasting op de voet van artikel 15 van de wet bestaat, is voldaan, wanneer de onroerende zaak over het desbetreffende boekjaar voor de hiervoor vermelde doeleinden is gebruikt. De voorwaarde wordt voor de eerste keer beoordeeld over het boekjaar waarin de huurder de onroerende zaak, met toepassing van het keuzerecht voor belasting, is gaan huren.5Ingeval de onroerende zaak niet vóór het einde van het boekjaar waarin de huurder de onroerende zaak, met toepassing van het keuzerecht voor belasting, is gaan huren, door de huurder in gebruik is genomen, is niet voldaan aan de in het vierde lid bedoelde voorwaarde.6Ingeval niet meer wordt voldaan aan de in het vierde lid bedoelde voorwaarde stelt de huurder de verhuurder binnen vier weken na afloop van het desbetreffende boekjaar daarvan in kennis door middel van een door hem ondertekende verklaring. Tevens zendt de huurder binnen dezelfde termijn een afschrift hiervan aan de inspecteur.7Ingeval in een boekjaar dat is aangevangen na het boekjaar waarin de huurder de onroerende zaak is gaan huren, de vrijstelling buiten toepassing is gebleven en na afloop van dat boekjaar blijkt dat de huurder niet meer voldoet aan de in het vierde lid bedoelde voorwaarde, kan de vrijstelling in dat boekjaar buiten toepassing blijven, tenzij de huurder redelijkerwijs kon voorzien dat hij niet langer zou voldoen aan deze voorwaarde. Blijkt in het daarop volgende boekjaar evenmin te worden voldaan aan voormelde voorwaarde, dan vindt de vrijstelling toepassing met ingang van laatstgemeld boekjaar, ook als de huurder redelijkerwijs niet kon voorzien dat hij in het desbetreffende boekjaar niet zou voldoen aan die voorwaarde.8Voor de toepassing van dit artikel geldt als boekjaar het boekjaar van de huurder.
Art. 6b
Tot de leveringen en diensten, bedoeld in artikel 11, eerste lid, onderdeel f, van de wet , behoren niet, behoudens voor zover in bijlage B bij het besluit anders is bepaald:
  • a.het verstrekken van spijzen en dranken;
  • b.het verrichten van onderzoek;
  • c.het ter beschikking stellen van personeel;
  • d.het verzorgen van loon- en salarisadministraties, financiële administraties en grootboekadministraties.
Art. 7
De vrijstelling van belasting voor voordrachten en dergelijke diensten, als zijn bedoeld in artikel 11, eerste lid, onderdeel p, van de wet , geldt in gevallen waarin zij worden gehouden of verricht vanwege publiekrechtelijke lichamen, stichtingen en verenigingen en strekken tot bevordering van wetenschap of algemene ontwikkeling.
Art. 7a
Tot leveringen en diensten die voortvloeien uit activiteiten ter verkrijging van financiële steun als bedoeld in artikel 11, eerste lid, onderdeel v, van de wet , behoren niet verstrekkingen van spijzen en dranken die samenhangen met evenementen gelegen in de persoonlijke sfeer.
Art. 8
1In het geval, bedoeld in artikel 37d van de wet , wordt hij aan wie de overdracht is geschied, voor het berekenen van de door hem verschuldigde belasting wat de onderneming of het overgedragen gedeelte betreft, geacht in plaats te zijn getreden van degene die de onderneming of een gedeelte daarvan heeft overgedragen.2Het eerste lid geldt niet voor de toepassing van artikel 4c, derde en vierde lid .
Art. 9
Vervallen
Art. 9a
Tot de diensten, bedoeld in artikel 11, eerste lid, onderdeel u, van de wet , behoren niet:
  • a.het ontwikkelen van geautomatiseerde informatie- en communicatiesystemen;
  • b.het voor de in onderdeel a bedoelde systemen ontwikkelen van programmatuur, alsmede het ter beschikking stellen daarvan;
  • c.het begeleiden van dan wel het leiding geven aan de toepassing van de in onderdeel a bedoelde systemen;
  • d.het ter beschikking stellen van computerapparatuur;
  • e.advisering, begeleiding, onderzoek en andere diensten op het gebied van onderhoudsbeheersing van woningen en andere gebouwen;
  • f.expertisewerkzaamheden, onderzoeken, inspecties, taxaties, arbitrage en advisering in het kader van een verzekering of een schadegeval;
  • g.het verlenen van bijstand als bedoeld in artikel 13, zevende lid en artikel 14, eerste lid, van de Arbeidsomstandighedenwet 1998 ;
  • h.werkzaamheden met betrekking tot de pensioenadministratie;
  • i.het adviseren en ondersteunen van paritaire organisaties;
  • j.het ter beschikking stellen van personeel.
Hst. VI Aftrek van voorbelasting
Art. 10
Door de ondernemer kan in aftrek worden gebracht de belasting die blijkens zijn boeken en bescheiden in het tijdvak van aangifte op de voet van artikel 22 van de wet verschuldigd is geworden ter zake van de invoer van voor hem bestemde goederen.
Art. 10a
1De in artikel 15, derde lid, eerste volzin, van de wet bedoelde belasting die in de aankoopprijs is begrepen, wordt gesteld op 21/121 van het bedrag van de aankoopprijs, voorzover deze betrekking heeft op een personenauto, een bestelauto of een motorrijwiel verminderd met het bij de personenauto, de bestelauto of het motorrijwiel nog behorende bedrag aan belasting bedoeld in en berekend overeenkomstig artikel 10 van de Wet op de belasting van personenauto’s en motorrijwielen 1992 .2Het bedrag van de aankoopprijs dient ten genoegen van de inspecteur te worden aangetoond aan de hand van bescheiden zoals een originele factuur, een inkoopverklaring of een betalingsbewijs.
Art. 11
1De aftrek van de in artikel 15 van de wet bedoelde belasting (voorbelasting) geschiedt, ingeval de ondernemer zowel handelingen verricht waarvoor recht op aftrek van voorbelasting bestaat als handelingen verricht waarvoor geen recht op aftrek van voorbelasting bestaat, met inachtneming van het volgende:
  • a.van goederen en diensten, die uitsluitend worden gebruikt voor handelingen waarvoor recht op aftrek van voorbelasting bestaat, komt de voorbelasting geheel voor aftrek in aanmerking;
  • b.van goederen en diensten, die uitsluitend worden gebruikt voor handelingen waarvoor geen recht op aftrek van voorbelasting bestaat, komt de voorbelasting in het geheel niet voor aftrek in aanmerking;
  • c.met betrekking tot goederen en diensten die zowel voor de onder a als voor de onder b bedoelde handelingen worden gebruikt, komt voor aftrek in aanmerking het gedeelte van de voorbelasting dat in dezelfde verhouding staat tot die belasting als het totaal van de vergoedingen voor de handelingen bedoeld onder a staat tot het totaal van de vergoedingen voor de handelingen bedoeld onder a en onder b.
2Indien aannemelijk is dat het werkelijke gebruik van de in het eerste lid, onderdeel c, bedoelde goederen en diensten, als geheel genomen, niet overeenkomt met de aldaar bedoelde verhouding, wordt het voor aftrek in aanmerking komende gedeelte van de voorbelasting van die goederen en diensten berekend op basis van het werkelijke gebruik.3Ingeval de ondernemer twee of meer goederen of diensten van dezelfde soort gebruikt, worden deze alle geacht mede te worden gebruikt ten behoeve van handelingen waarvoor geen recht op aftrek van voorbelasting bestaat, tenzij blijkt welke van die goederen of diensten uitsluitend worden gebruikt voor handelingen waarvoor geen recht op aftrek bestaat en welke uitsluitend voor handelingen waarvoor dat recht wél bestaat.4De in artikel 15, eerste lid, laatste alinea, van de wet bedoelde aftrek over uitgaven in verband met een onroerende zaak wordt berekend op basis van het werkelijke gebruik van die onroerende zaak.
Art. 12
1De in artikel 11 voorgeschreven berekeningswijze geschiedt op basis van de gegevens van het belastingtijdvak waarin de belasting aan de ondernemer in rekening wordt gebracht dan wel de belasting wordt verschuldigd.2De herziening, bedoeld in artikel 15, vierde lid, van de wet , geschiedt op basis van de gegevens van het belastingtijdvak waarin de ondernemer de goederen of diensten is gaan gebruiken.3Bij de aangifte over het laatste belastingtijdvak van het boekjaar vindt herziening van de aftrek plaats op basis van de voor het gehele boekjaar geldende gegevens.
Art. 13
1In afwijking van artikel 11 worden voor de toepassing van de aftrek afzonderlijk in aanmerking genomen:
  • a.onroerende zaken en rechten waaraan deze zijn onderworpen;
  • b.roerende zaken waarop de ondernemer voor de inkomstenbelasting of de vennootschapsbelasting afschrijft, of waarop hij zou kunnen afschrijven indien hij aan een zodanige belasting zou zijn onderworpen.
2Met betrekking tot onroerende zaken en rechten waaraan deze zijn onderworpen wordt de aftrek herzien in elk van de negen boekjaren, volgende op dat waarin de ondernemer het goed is gaan gebruiken. De herziening geschiedt telkens voor een tiende gedeelte van de voorbelasting op basis van de voor het boekjaar geldende gegevens bij de aangifte over het laatste belastingtijdvak van dat boekjaar.3Met betrekking tot de in het eerste lid, onderdeel b, bedoelde roerende zaken wordt de aftrek herzien in elk van de vier boekjaren, volgende op dat waarin de ondernemer het goed is gaan gebruiken. De herziening geschiedt telkens voor een vijfde gedeelte van de voorbelasting op basis van de voor het boekjaar geldende gegevens bij de aangifte over het laatste belastingtijdvak van dat boekjaar.4De herziening blijft achterwege in het boekjaar waarin de belasting welke op basis van de voor dat boekjaar geldende gegevens voor aftrek in aanmerking komt, niet meer dan tien percent verschilt van de in aftrek gebrachte belasting, met dien verstande dat wanneer de herziening het gevolg is van aanvang of beëindiging van de vrijstelling, bedoeld in artikel 25a, eerste of tweede lid , of artikel 25c, eerste lid, van de wet , deze in ieder geval achterwege blijft wanneer het bedrag van de herziening in dat boekjaar minder is dan € 500.
Art. 13a
1In geval van levering door de ondernemer van de in artikel 13, eerste lid , bedoelde goederen binnen de termijn waarin de aftrek wordt herzien, is artikel 13, tweede en derde lid , van overeenkomstige toepassing. Daarbij wordt de ondernemer geacht tot het einde van die termijn het gebruik van het goed voor bedrijfsdoeleinden voort te zetten uitsluitend ten behoeve van:
  • a.belaste handelingen, indien ter zake van de levering van het goed belasting verschuldigd is dan wel geen belasting verschuldigd is omdat het gaat om een handeling als bedoeld in artikel 15, tweede lid, van de wet ;
  • b.handelingen waarvoor geen recht op aftrek van voorbelasting bestaat, indien ter zake van de levering van het goed geen belasting verschuldigd is en het niet gaat om een handeling als bedoeld in artikel 15, tweede lid, van de wet .
2De herziening geschiedt in één keer bij de aangifte over het belastingtijdvak waarin de levering plaatsvindt.
Art. 14
Het afstoten van goederen welke de ondernemer in zijn bedrijf heeft gebruikt, wordt niet beschouwd als een handeling die voor de berekening van de aftrek bij hem in aanmerking komt.
Art. 14a
Vervallen
Art. 15
Vervallen
Art. 16
Vervallen
Hst. VIA Vrijstelling voor intracommunautaire verwervingen
Art. 16a
1Voor de toepassing van de vrijstelling, bedoeld in artikel 17e van de wet , is de ondernemer gehouden een boekhouding te voeren waarin de voor die toepassing nodige gegevens op duidelijke en overzichtelijke wijze zijn vermeld.2In geval de ondernemer niet in Nederland woont of is gevestigd en aldaar geen vaste inrichting heeft, dient de aanspraak op toepassing van de vrijstelling ten genoegen van de inspecteur te worden aangetoond.
Hst. VII Grensoverschrijdend verkeer van goederen en diensten
Art. 16b
1Ten aanzien van de vrijstelling als bedoeld in artikel 21, onderdeel d, van de wet , is een vergunning van de inspecteur vereist. Het bepaalde in artikel 22 van het Douanewetboek van de Unie is van overeenkomstige toepassing.2De verlening van de vergunning, bedoeld in het eerste lid, is gebonden aan de volgende voorwaarden:
  • a.degene die de goederen invoert, verstrekt aan de inspecteur zijn btw-identificatienummer dat is toegekend door Nederland of ingeval de belasting wordt voldaan door zijn fiscaal vertegenwoordiger als bedoeld in artikel 33g van de wet het btw-identificatienummer dat is toegekend door Nederland aan deze fiscaal vertegenwoordiger en het btw-identificatienummer waaronder degene die de goederen intracommunautair afneemt in een andere lidstaat is geregistreerd of ingeval van overbrenging van eigen goederen het btw-identificatienummer waaronder degene die de goederen invoert zelf in de lidstaat van aankomst van het vervoer is geregistreerd;
  • b.de inspecteur kan bepalen dat degene die de goederen invoert, onder de in het vierde lid genoemde voorwaarden, zekerheid stelt tot het beloop van een door de inspecteur vastgesteld bedrag per invoer van goederen;
  • c.degene die de goederen invoert, verstrekt op verzoek aan de inspecteur de inlichtingen die noodzakelijk zijn om het beloop van de zekerheid vast te stellen.
3Ten aanzien van de goederen die worden ingevoerd kan door de inspecteur bewijs worden verzocht dat de ingevoerde goederen bestemd zijn om naar een andere lidstaat te worden vervoerd of verzonden.4Met betrekking tot de te stellen zekerheid zijn de bepalingen van Titel III, hoofdstuk 2, van het Douanewetboek van de Unie van overeenkomstige toepassing.5De inspecteur kan de vergunning intrekken of wijzigen:
  • a.op verzoek van de vergunninghouder;
  • b.indien de vergunninghouder niet voldoet aan de aan de vergunning verbonden voorwaarden.
6De vrijstelling is slechts van toepassing indien wordt aangetoond dat ter zake van de levering is voldaan aan het bepaalde in de artikelen 14 , 34c , 35a en 37a van de wet alsmede in artikel 12 van het besluit .
Art. 17
1Voor goederen opgenomen in de bij deze regeling behorende bijlage A worden voor de toepassing van artikel 23 van de wet aangewezen alle ondernemers en lichamen in de zin van de Algemene wet inzake rijksbelastingen , andere dan ondernemers.2Bij de aangifte ten invoer worden bescheiden - een kopie-factuur, vracht- en ladingspapieren en dergelijke - overgelegd waaruit blijkt dat de regeling van artikel 23 van de wet van toepassing is.
Art. 17a
1Voor de toepassing van artikel 23 van de wet worden aangewezen alle ondernemers en lichamen in de zin van de Algemene wet inzake rijksbelastingen , andere dan ondernemers, doch alleen voor wat betreft de voor hen bestemde, niet in het vrije verkeer zijnde goederen waarmee in Nederland een vervoermiddel wordt bevoorraad.2Lichamen moeten van het bevoorraden, bedoeld in het eerste lid, afzonderlijk aantekening houden op de voet van artikel 31.
Art. 18
1Voor andere goederen dan bedoeld in de artikelen 17 en 17a wordt een verzoek om aanwijzing voor de toepassing van artikel 23 van de wet ingediend bij de inspecteur. De inspecteur beslist op het verzoek bij voor bezwaar vatbare beschikking. Bij inwilliging van het verzoek stelt de inspecteur een datum van ingang vast en kent hij aan de belanghebbende een btw-identificatienummer toe.2Het verzoek wordt slechts ingewilligd, indien de belanghebbende:
  • a.in Nederland woont of is gevestigd, dan wel aldaar een vaste inrichting of een fiscaal vertegenwoordiger heeft;
  • b.geregeld goederen invoert, dan wel incidenteel goederen invoert en een fiscaal vertegenwoordiger in Nederland heeft;
  • c.een bedrijfsadministratie voert welke naar het oordeel van de inspecteur zodanig is ingericht dat daarin op overzichtelijke wijze zijn opgenomen de door de inspecteur nodig geoordeelde gegevens omtrent de ingevoerde goederen, en dat aan de hand daarvan op eenvoudige wijze de ter zake van de invoer van die goederen verschuldigde omzetbelasting kan worden vastgesteld.
3De aanwijzing geldt voor alle goederen welke ten behoeve van de belanghebbende worden ingevoerd, waaronder zijn begrepen de goederen ter zake waarvan de belanghebbende aan een andere ondernemer een schriftelijke verklaring heeft afgegeven dat hij de goederen invoert of dat de invoer in zijn opdracht plaatsvindt.4Ten aanzien van goederen welke door Koninklijke PostNL B.V. worden ingevoerd, vindt artikel 23 van de wet slechts toepassing, indien:
  • a.op de postzending of in de daarbij behorende bescheiden het aan de belanghebbende toegekende btw-identificatienummer is vermeld, of
  • b.ten aanzien van de postzending de belanghebbende een schriftelijke inklaringsopdracht aan Koninklijke PostNL B.V. heeft verstrekt waarin het aan hem toegekende btw-identificatienummer is vermeld.
5Tenzij de inspecteur anders bepaalt, moet de belanghebbende voldoen aan de volgende voorwaarden:
  • a.van de invoer wordt afzonderlijk aantekening gehouden op de voet van artikel 31 ;
  • b.bij aangifte ten invoer van de goederen worden bescheiden - een kopie-factuur, vracht- en ladingspapieren en dergelijke - overgelegd waaruit blijkt dat de goederen voor belanghebbende zijn bestemd en de regeling van artikel 23 van de wet van toepassing is. Op deze bescheiden moet het btw-identificatienummer zijn vermeld.
6Ingeval de belanghebbende handelt in strijd met de gestelde voorwaarden, alsmede in geval van misbruik, waaronder wordt begrepen misbruik door de vervoerder van de goederen, kan de inspecteur de aanwijzing intrekken en een nieuwe aanwijzing weigeren. De intrekking en de weigering geschieden bij voor bezwaar vatbare beschikking.7Het eerste tot en met zesde lid zijn niet van toepassing op personenauto’s, bestelauto’s en motorrijwielen in de zin van de artikelen 3 en 4 van de Wet op de belasting van personenauto’s en motorrijwielen 1992 .
Art. 18a
1Voor personenauto’s en bestelauto’s in de zin van artikel 3 van de Wet op de belasting van personenauto’s en motorrijwielen 1992 wordt een verzoek om aanwijzing voor de toepassing van artikel 23 van de wet ingediend bij de inspecteur. De inspecteur beslist op het verzoek bij voor bezwaar vatbare beschikking. Bij inwilliging van het verzoek stelt de inspecteur een datum van ingang vast en wijst hij aan waar aangifte ten invoer dient te geschieden.2Het verzoek wordt slechts ingewilligd, indien:
  • a.de belanghebbende in Nederland woont of is gevestigd, dan wel aldaar een vaste inrichting of een fiscaal vertegenwoordiger heeft;
  • b.de belanghebbende reeds gedurende een tijdvak van ten minste zes maanden geregeld goederen als bedoeld in het eerste lid, heeft ingevoerd en op regelmatige wijze de ter zake van de invoer van die goederen verschuldigde omzetbelasting heeft voldaan;
  • c.de belanghebbende een bedrijfsadministratie voert welke naar het oordeel van de inspecteur zodanig is ingericht dat daarin op overzichtelijke wijze zijn opgenomen de door de inspecteur nodig geoordeelde gegevens omtrent de hiervoor bedoelde goederen en dat aan de hand daarvan op eenvoudige wijze de ter zake van de invoer van die goederen verschuldigde omzetbelasting kan worden vastgesteld;
  • d.de voldoening van de ter zake van de invoer van de hiervoor bedoelde goederen verschuldigde omzetbelasting naar het oordeel van de inspecteur is verzekerd.
3De belanghebbende moet voldoen aan de volgende voorwaarden:
  • a.van de invoer van goederen als zijn bedoeld in het eerste lid, wordt afzonderlijk aantekening gehouden op de voet van artikel 31 ;
  • b.bij aangifte ten invoer van de hiervoor bedoelde goederen worden bescheiden - een kopie-factuur, vracht- en ladingspapieren en dergelijke - overgelegd waaruit blijkt dat de goederen voor belanghebbende zijn bestemd en de regeling van artikel 23 van de wet van toepassing is. Op deze bescheiden moeten datum en nummer van de in het eerste lid bedoelde beschikking, alsmede in voorkomende gevallen het op de voet van artikel 18 aan belanghebbende toegekende btw-identificatienummer zijn vermeld.
4De inspecteur is bevoegd in bepaalde gevallen nadere voorwaarden te stellen.5Ingeval de belanghebbende handelt in strijd met de gestelde voorwaarden, alsmede in geval van misbruik, waaronder wordt begrepen misbruik door de vervoerder van de in het eerste lid bedoelde goederen, kan de inspecteur de aanwijzing intrekken en een nieuwe aanwijzing weigeren. De intrekking en de weigering geschieden bij voor bezwaar vatbare beschikking.6Het eerste tot en met vijfde lid zijn van overeenkomstige toepassing op motorrijwielen in de zin van artikel 4 van de Wet op de belasting van personenauto’s en motorrijwielen 1992 .
Art. 18b
Bij toepassing van de artikelen 17, 17a, 18 en 18a is degene die goederen ten invoer aangeeft verplicht op eerste vordering een kopie-factuur in te leveren. Indien in een van de gevallen bedoeld in de eerste volzin van dit lid geen factuur wordt opgemaakt, wordt in plaats van een kopie-factuur een daarmee gelijk te stellen bescheid ingeleverd.
Art. 18c
Vervallen
Art. 19
De schriftelijke opdracht, bedoeld in artikel 12, tweede lid, onderdeel d, van het besluit , tot uitvoer uit de Unie of tot plaatsing onder de regeling douane-entrepot op basis van artikel 237, tweede lid, van het Douanewetboek van de Unie wordt opgemaakt overeenkomstig het in de bij deze regeling behorende opgenomen model.
Bij de aangifte ter verkrijging van teruggaaf op grond van artikel 24, eerste lid, van de wet worden overgelegd:
  • a.bescheiden waarmee kan worden aangetoond hoeveel belasting voor de goederen is betaald;
  • b.voor wat betreft uitgevoerde goederen: een bewijs waaruit blijkt dat de betreffende goederen uit de Unie zijn uitgevoerd;
  • c.voor wat betreft goederen die onder de regeling douane-entrepot op basis van artikel 237, tweede lid, van het Douanewetboek van de Unie zijn geplaatst: een bewijs waaruit blijkt dat de betreffende goederen onder de regeling douane-entrepot zijn geplaatst;
  • d.voor wat betreft motorrijtuigen waarvoor ter zake van de in artikel 36 van de Wegenverkeerswet 1994 bedoelde opgaaf van een kenteken een bewijs is afgegeven, een ter zake van de uitvoer uit de Unie door de Dienst Wegverkeer afgegeven kentekenbewijs deel II, dat is uitgereikt op de voet van artikel 17, tweede lid, van het Kentekenreglement .
Art. 21
In de aangifte ter verkrijging van teruggaaf op grond van artikel 24, eerste lid, van de wet worden per partij uit de Unie uitgevoerde of in een onder de regeling douane-entrepot geplaatste goederen vermeld:
  • a.het bedrag van de gevraagde teruggaaf;
  • b.de soort en de hoeveelheid van de uit de Unie uitgevoerde of onder de regeling douane-entrepot geplaatste goederen;
  • c.een omschrijving van het bewijs, bedoeld in artikel 20 onderdeel b of c , waarmee het verband tussen dat bewijs en de goederen kan worden vastgesteld;
  • d.een omschrijving van de bescheiden waarmee kan worden aangetoond hoeveel belasting voor de goederen is betaald.
Art. 22
Vervallen
Art. 23
Ingeval een lichaam als bedoeld in artikel 24, eerste lid, van de wet , is aangewezen op de voet van artikel 23 van de wet , kunnen de artikelen 20 en 22 al dan niet op verzoek en onder nader bij de aanwijzing te stellen voorwaarden buiten toepassing worden verklaard.
Art. 23a
1In geval van levering van goederen aan natuurlijke personen die hun normale verblijfplaats hebben in een derde-land en die, anders dan als ondernemer, deze goederen uiterlijk het einde van de derde maand na de maand van aankoop bij het verlaten van Nederland in hun persoonlijke bagage meevoeren naar een derde-land, hetzij rechtstreeks hetzij via één of meer andere lidstaten, is de ondernemer gerechtigd, in afwijking van het wettelijk geldende tarief, het tarief van nihil toe te passen, indien de totale waarde van de op de factuur vermelde goederen, inclusief de tegen het wettelijk tarief berekende belasting, ten minste € 50 bedraagt. De normale verblijfplaats dient aan de hand van een legitimatiebewijs te worden aangetoond.2Het eerste lid, eerste volzin, is van overeenkomstige toepassing met betrekking tot goederen die worden afgenomen door een natuurlijke persoon die zijn normale verblijfplaats heeft in de Unie en die ten genoegen van de inspecteur kan aantonen dat hij zich binnen de in het eerste lid bedoelde termijn in een derde-land zal vestigen.3Met betrekking tot de toepassing van het tarief van nihil is het bepaalde in artikel 12 van het besluit van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat voor het aantonen van de aanspraak op toepassing daarvan in ieder geval is vereist een factuur, een kopie-factuur, of een daarmee gelijk te stellen bescheid dat, na daartoe te zijn aangeboden, voor uitvoer uit de Unie is voorzien van een visum door een geautomatiseerd systeem van of vanwege de bevoegde autoriteiten of door een daartoe bevoegde ambtenaar.
Hst. VIII Kleine ondernemersregeling
Art. 24
Vervallen
Art. 25
Het bedrag, bedoeld in artikel 25b, eerste lid, onderdeel a, van de wet , bedraagt € 2.200.
Art. 25a
Vervallen
Hst. IX Kasstelsel
Art. 26
1Als ondernemers als bedoeld in artikel 26 van de wet , worden aangewezen:
  • a.
    • 1°.winkeliers;
    • 2°.marktkooplieden;
    • 3°.schoenherstellers;
    • 4°.kappers;
    • 5°.glazenwassers;
    • 6°.exploitanten van wasserijen;
    • 7°.rijwielherstellers;
    • 8°.exploitanten van schoonheidsverzorgingsbedrijven;
    • 9°.behangers;
    • 10°.stoffeerders;
    • 11°.exploitanten van horecabedrijven;
    • 12°.advocaten die hun praktijk alleen uitoefenen;
    • 13°.houders van autorijscholen;
  • b.andere dan de in onderdeel a genoemde ondernemers, indien zij hun prestaties als ondernemer uitsluitend of nagenoeg uitsluitend verrichten in of vanuit een inrichting welke bestemd is voor de verkoop van goederen of het verlenen van diensten aan anderen dan ondernemers;
  • c.niet onder de onderdelen a of b vallende ondernemers die niet aan ondernemers goederen plegen te leveren en diensten plegen te verlenen, behoudens voorzover zij goederen leveren als bedoeld in artikel 3, tweede lid, van de wet , mits zij op daartoe gedaan verzoek door de inspecteur zijn aangewezen. De inspecteur beslist op het verzoek bij voor bezwaar vatbare beschikking.
2Indien de in het eerste lid in de onderdelen a en b bedoelde ondernemers van de aanwijzing geen gebruik maken, dienen zij dit uit hun administratie te laten blijken.
Hst. X Landbouwregeling
Art. 27
Vervallen
Art. 28
Vervallen
Art. 29
Vervallen
Hst. XA Regeling voor beleggingsgoud
Art. 29a
Vervallen
Art. 29b
De ondernemer of de tussenpersoon die het recht uitoefent om overeenkomstig artikel 28l van de wet voor belastingheffing te kiezen, stelt de inspecteur schriftelijk in kennis van deze keuze.
Art. 29c
Handelingen die op grond van artikel 28k van de wet van de belasting zijn vrijgesteld, worden voor de toepassing van de artikelen 11 tot en met 14 aangemerkt als handelingen waarvoor geen recht op aftrek van voorbelasting bestaat.
Art. 29d
Voor de toepassing van de in artikel 28k van de wet vervatte vrijstelling, is de ondernemer gehouden een boekhouding te voeren waarin de voor die toepassing nodige gegevens op duidelijke en overzichtelijke wijze zijn vermeld.
Hst. XB Melding
Art. 29e
1Indien de leverancier of dienstverrichter, bedoeld in artikel 6k, vierde lid, van de wet , de inspecteur meldt dat hij artikel 5a, eerste lid, onderdeel a , respectievelijk artikel 6h, van de wet wil toepassen, vinden laatstgenoemde bepalingen toepassing vanaf de eerste dag van het daaropvolgende belastingtijdvak.2Wanneer de eerste handeling waarop de leverancier of dienstverrichter artikel 5a, eerste lid, onderdeel a , respectievelijk artikel 6h, van de wet , wil toepassen, plaatsvindt vóór de datum, bedoeld in het eerste lid, dan is artikel 5a, eerste lid, onderdeel a, respectievelijk artikel 6h, van de wet vanaf die handeling van toepassing, mits de leverancier of dienstverrichter de inspecteur uiterlijk op de tiende dag van de maand volgende op die eerste handeling hiervan op de hoogte brengt.
Hst. XI Ondernemersverklaring
Art. 30
Vervallen
Art. 30a
Een ondernemer die buiten de Unie woont of is gevestigd en geen vaste inrichting in Nederland heeft, dient indien de inspecteur zulks vraagt, bij een verzoek om teruggaaf als bedoeld in artikel 31, tweede lid, van de wet aan te tonen dat hij ondernemer is in de zin van artikel 7 van de wet .
Hst. XII Administratieve verplichtingen
Art. 31
1De ondernemer is gehouden regelmatig aantekening te houden van:
  • a.de aan hem en door hem uitgereikte facturen alsmede, indien het een wederverkoper betreft, de door hem uitgereikte inkoopverklaringen;
  • b.de uitgaven en ontvangsten ter zake van de aan hem en door hem verrichte leveringen van goederen en verleende diensten en de door hem verrichte intracommunautaire verwervingen van goederen;
  • c.het betrekken van voor hem bestemde ingevoerde goederen;
  • d.het verzenden of afleveren van door hem voor uitvoer uit de Unie of opslag in een entrepot bestemde goederen.
2De in het eerste lid bedoelde aantekeningen van facturen - welke doorlopend dienen te worden genummerd - omvatten:
  • a.dagtekening en nummer;
  • b.naam, adres en, in voorkomend geval, btw-identificatienummer van de ondernemer door wie of aan wie de levering of de dienst wordt verricht, alsmede van degene aan wie wordt geleverd met toepassing van de bij de wet behorende tabel II , onderdeel a, post 6;
  • c.een duidelijke omschrijving van de geleverde goederen of van de dienst;
  • d.de vergoeding;
  • e.het bedrag van de belasting.
3De rechtspersoon, andere dan ondernemer, is gehouden ter zake van zijn intracommunautaire verwervingen regelmatig aantekening te houden van:
  • a.de aan hem uitgereikte facturen;
  • b.de uitgaven ter zake van die verwervingen.
4De in het derde lid bedoelde aantekeningen van facturen - welke doorlopend dienen te worden genummerd - omvatten:
  • a.dagtekening en nummer;
  • b.naam, adres en btw-identificatienummer van degene door wie de levering wordt verricht;
  • c.een duidelijke omschrijving van de geleverde goederen;
  • d.de vergoeding onderscheiden naar:
    • 1°.nieuwe vervoermiddelen;
    • 2°.accijnsgoederen;
    • 3°.overige goederen;
  • e.het bedrag van de belasting.
5De aantekeningen worden op zodanige duidelijke en overzichtelijke wijze en met vermelding van zodanige bijzonderheden gehouden, dat aan de hand daarvan de door de ondernemer of door de rechtspersoon, andere dan ondernemer, over een bepaald belastingtijdvak verschuldigde belasting kan worden vastgesteld. De wederverkoper is tevens gehouden om met betrekking tot goederen die administratief van inkoop tot verkoop zijn te volgen, zijn boekhouding op zodanige wijze te voeren dat aan de hand daarvan het verband tussen inkoop en verkoop kan worden vastgesteld.6De ondernemer en de rechtspersoon, andere dan ondernemer, zijn verplicht de aantekeningen te bewaren gedurende de termijn, bedoeld in artikel 52, vierde lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en in artikel 34a van de wet .7De inspecteur kan afwijkingen toestaan van de verplichtingen welke zijn opgelegd in de vorige leden.8De ondernemer is gehouden zijn boekhouding op zodanige duidelijke en overzichtelijke wijze te voeren en met vermelding van zodanige bijzonderheden, dat de inspecteur aan de hand daarvan kan vaststellen of de belastingheffing met betrekking tot de in artikel 34, tweede lid, onderdelen a en b, van de wet , bedoelde goederen, op de juiste wijze plaatsvindt.
Art. 31a
De ondernemer aan wie een vergunning voor een fiscaal vertegenwoordiger als bedoeld in artikel 24c van het besluit is verleend, is gehouden:
  • a.afzonderlijk aantekening te houden van de gegevens als bedoeld in artikel 31 die betrekking hebben op de buitenlandse ondernemer;
  • b.de aantekeningen als bedoeld in onderdeel a zodanig te houden dat de herkomst en de bestemming van de goederen op eenvoudige wijze kunnen worden gevolgd en de verschuldigde belasting op eenvoudige wijze kan worden vastgesteld.
Art. 31b
Het verzoek om teruggaaf, bedoeld in artikel 29, tiende lid, van de wet , wordt door de ondernemer per aangiftetijdvak ingediend op de door de inspecteur aan te geven wijze.
Art. 32
1Als ondernemers als bedoeld in artikel 34e van de wet , worden aangewezen groothandelaren in levensmiddelen, tabaksproducten, dranken, tandheelkundige grondstoffen, tandtechnische werken en onderdelen van tandtechnische werken.2De in artikel 34c, tweede lid, van de wet , bedoelde ontheffing van de verplichting om een factuur uit te reiken indien vrijgestelde prestaties worden verricht, geldt niet ter zake van de levering van een roerende zaak als bedoeld in artikel 11, eerste lid, onderdeel r, van de wet .
Art. 33
1In afwijking in zoverre van de verplichtingen opgelegd bij artikel 35a van de wet geldt als een op de voorgeschreven wijze opgemaakte factuur:
  • a.het vervoersbewijs voorzover de ondernemer personen vervoert in de vorm van openbaar vervoer of taxivervoer als bedoeld in artikel 1 van de Wet personenvervoer 2000 ;
  • b.de gebruikelijke afrekening voorzover de ondernemer spijzen en dranken verstrekt voor gebruik ter plaatse binnen het kader van het hotel-, café-, restaurant-, pension- en aanverwant bedrijf aan personen die daar slechts voor een korte periode verblijf houden;
  • c.de factuur die bij inruiltransacties wordt uitgereikt en die de gehele inruiltransactie dekt, mits die factuur alle vermeldingen bevat die anders op de afzonderlijk uit te reiken facturen zouden moeten worden vermeld;
  • d.de wekelijks of maandelijks uitgereikte verzamelfactuur met betrekking tot leveringen of diensten waarbij bonnen en dergelijke worden uitgereikt die op zich niet voldoen aan de factuurvereisten, mits deze verwijst naar de bonnen en dergelijke, en samen daarmee voldoet aan de factuurvereisten;
  • e.het gedeelte van de overschrijvingskaart dat de afnemer behoudt of de aan de afnemer gezonden bank- of giro-afrekening, bij het gebruik van acceptgirokaarten onderscheidenlijk automatische overschrijving;
mits daarop de vermeldingen, bedoeld in artikel 35a, tweede lid, van de wet staan.
2In afwijking in zoverre van de verplichtingen opgelegd bij artikel 35a van de wet :
  • a.kan bij de levering van energie voor landvoertuigen de vermelding van de naam en het adres van de afnemer achterwege blijven, mits die afnemer kan worden geïdentificeerd doordat zijn gegevens door de wijze van betalen, giraal of anderszins, traceerbaar zijn;
  • b.kan bij de levering van goederen door groothandelaren, in plaats van de vermelding van de aard van de geleverde goederen, een door de inspecteur goedgekeurde codevermelding worden gebruikt.
3Geen afwijkingen zijn toegestaan voor:
Art. 33a
1De aanvrager van het teruggaafverzoek als bedoeld in artikel 32f van de wet neemt in het verzoek alle informatie op die is voorgeschreven in de artikelen 8 en 9, lid 1, van Richtlijn 2008/9/EG.2De aanvrager van het verzoek bedoeld in het eerste lid omschrijft in het verzoek mede zijn beroepsactiviteit op de wijze als genoemd in artikel 32h van de wet .3De aanvrager kan zowel voor het verstrekken van de gegevens in het in het eerste lid bedoelde verzoek als voor alle mogelijke andere op dit teruggaafverzoek betrekking hebbende te verstrekken aanvullende of verder aanvullende gegevens, gebruik maken van de Nederlandse, Engelse of Duitse taal.
Art. 33b
Het bedrag, bedoeld in artikel 37a, derde lid, van de wet , is € 100.000per 1 januari 2016: € 50.000..
Hst. XIII Tarief
Art. 34
Als hulpmiddelen die speciaal zijn ontworpen dan wel bestemd voor het exclusieve en persoonlijke gebruik door blinden en slechtzienden als bedoeld in de bij de wet behorende tabel I, onderdeel a, post 31, worden aangewezen:
  • a.sprekende koortsthermometers, bloedsuikermeters en bloeddrukmeters die worden aangewend voor zelfdiagnose;
  • b.programmatuur, alsmede de hiermee samenhangende apparatuur, die door middel van zogeheten spraakoutput er specifiek op is gericht visueel gehandicapten in staat te stellen om met computers te werken;
  • c.programmatuur die grafische besturingssystemen omzet in voor zogeheten spraakoutput en brailleschrift begrijpelijke informatie;
  • d.programmatuur die erop is gericht om conventionele geschriften met behulp van een scanner om te zetten in een door een computer te gebruiken tekst waardoor deze geschriften toegankelijk worden voor visueel gehandicapten;
  • e.programmatuur die erop is gericht de weergave op het beeldscherm van een computer te vergroten en/of te laten contrasteren;
  • f.de volgende bijzondere gezichtshulpmiddelen voor slechtzienden, mits die gewoonlijk door een arts of een optometrist worden voorgeschreven en individueel worden aangemeten: op of in een bril gemonteerde kijkerloepsystemen; telescoop- en prismaloepbrillen, de daarbij behorende opsteeklenzen daaronder begrepen; in een brilmontuur of brilglazen aan te brengen vergroot- en loepglazen; filterlenzen en -toepassingen en filterglazen bestemd voor een selectieve absorptie van meer dan 400 nm. van het licht met korte golflengte; alsmede tafelloepsystemen, al dan niet voorzien van verlichting, voor vergrotingen tot 2x en bijbehorende toebehoren, en monoculaire handtelescopen.
Art. 34a
Vervallen
Art. 34b
Vervallen
Art. 34c
Vervallen
Art. 35
Als hulpmiddel dat speciaal is ontworpen dan wel bestemd voor het exclusieve en persoonlijke gebruik door doven en slechthorenden als bedoeld in de bij de wet behorende tabel I, onderdeel a, post 35 , worden aangewezen:
  • a.wek- en waarschuwingsapparatuur die er specifiek op is gericht om ten behoeve van auditief gehandicapten geluidssignalen om te zetten in zichtbare of voelbare signalen;
  • b.teksttelefoons die er specifiek op zijn gericht om ten behoeve van auditief gehandicapten spraak om te zetten tekst.
Art. 36
Vervallen
Art. 36a
1Als schriftelijke verklaring als bedoeld in artikel 12, tweede lid, onderdeel b.1° en b.2°, van het besluit , wordt aangewezen: een factuur, een kopiefactuur, of een daarmee gelijk te stellen bescheid dat is voorzien van de in die bepaling bedoelde verklaring van de afnemer van de goederen, die vergezeld gaat van een verklaring van de vergunninghouder van de accijnsgoederenplaats dat deze de goederen voor de ondernemer in zijn accijnsgoederenplaats in opslag neemt.2Als schriftelijke verklaring als bedoeld in artikel 12, tweede lid, onderdeel c, van het besluit , wordt aangewezen: een factuur, een kopiefactuur, of een daarmee gelijk te stellen bescheid dat is voorzien van de in die bepaling bedoelde verklaring van de afnemer van de goederen.3In de factuur die de ondernemer afgeeft ter zake van leveringen als bedoeld in het eerste en tweede lid vermeldt hij ,,levering met toepassing van tabel II, post a.7’’, onderscheidenlijk ,,levering met toepassing van tabel II, post a.8’’. Wanneer een levering is geschied met toepassing van de bij de wet behorende tabel II, onderdeel a, post 7, onder b, moet op de afgegeven factuur tevens het accijnsnummer van de afzender van het geleidedocument, alsmede het volgnummer van het geleidedocument worden vermeld.
Art. 36b
Tot de goederen of soorten van goederen bedoeld in de bij de wet behorende tabel II, onderdeel a, post 8, onder a, onderscheidenlijk onder b behoren de goederen opgenomen in de bij deze regeling behorende bijlage I onderscheidenlijk bijlage K, voor zover deze produkten niet geschikt zijn zonder nadere be- of verwerking in de particuliere verbruikssfeer te worden gebracht.
Art. 36c
1Ondernemers wier bedrijfsuitoefening gericht is op het leveren van goederen als bedoeld in de bij deze regeling behorende bijlage I, kunnen met betrekking tot die goederen, voor zover in Nederland aanwezig, in aanmerking komen voor een vergunning voor een niet-plaatsgebonden entrepot als bedoeld in de bij de wet behorende tabel II, onderdeel a, post 8, onder a.2Degene die een vergunning voor een niet-plaatsgebonden entrepot wil verkrijgen, dient daartoe een verzoek in bij de inspecteur.3In het verzoek dient te worden vermeld:
  • a.de naam, het adres, het btw-identificatienummer en de aard van het bedrijf van de ondernemer die het verzoek doet;
  • b.de goederen waarop het verzoek betrekking heeft.
4In de vergunning neemt de inspecteur nadere regels op met betrekking tot de door de ondernemer te voeren administratie ten behoeve van de controle op de juiste toepassing van de bij de wet behorende tabel II, onderdeel a, post 8, onder a. In de vergunning vermeldt de inspecteur voorts de datum met ingang waarvan de vergunning geldt.5De vergunning kan worden gewijzigd of ingetrokken:
  • a.op verzoek van de vergunninghouder;
  • b.in geval de voorwaarden voor de vergunning niet worden nageleefd.
6Het verlenen, het wijzigen en het intrekken van een vergunning alsmede het afwijzen van een verzoek om een vergunning te verlenen geschieden bij voor bezwaar vatbare beschikking.
Art. 36ca
1Een accijnsgoederenplaats voor minerale oliën als bedoeld in de Wet op de accijns kan worden aangewezen voor toepassing van de bijzondere bepaling van de bij de wet behorende tabel II, onderdeel a, post 7.2Voor het verkrijgen van de in het eerste lid bedoelde aanwijzing dient de vergunninghouder van de accijnsgoederenplaats een verzoek in bij de inspecteur. In het verzoek dient hij zijn naam, adres en btw-identificatienummer te vermelden. Voorts dient hij de inspecteur een afschrift te verstrekken van zijn vergunning voor die accijnsgoederenplaats.3In de aanwijzing neemt de inspecteur nadere voorwaarden op met betrekking tot de door de vergunninghouder te voeren administratie ten behoeve van de controle op de juiste toepassing van de bijzondere bepaling van de bij de wet behorende tabel II, onderdeel a, post 7. Deze voorwaarden bepalen in ieder geval dat de administratie zodanig wordt gevoerd dat bij de uitslag van minerale oliën uit de accijnsgoederenplaats in de zin van de Wet op de accijns de identiteit wordt vastgelegd van de ondernemer van wie de belasting wordt geheven ter zake van de aan hem verrichte, aan de uitslag voorafgaande levering alsmede dat de hoeveelheid en de soort van de desbetreffende minerale oliën wordt omschreven. Daarbij moet, wanneer bedoelde ondernemer een buitenlandse ondernemer is, de naam en het btw-identificatienummer worden vastgelegd van de fiscaal vertegenwoordiger die voor die ondernemer optreedt met betrekking tot die levering. In de aanwijzing vermeldt de inspecteur voorts de datum met ingang waarvan de aanwijzing geldt.4De aanwijzing kan worden gewijzigd of ingetrokken:
  • a.op verzoek van de vergunninghouder;
  • b.in geval de voorwaarden voor de aanwijzing niet worden nageleefd.
5Het verlenen, het wijzigen en het intrekken van een aanwijzing alsmede het afwijzen van een verzoek om een aanwijzing te verlenen, geschieden bij voor bezwaar vatbare beschikking. Een aanwijzing kan niet worden verleend aan degene die een vergunning voor een accijnsgoederenplaats voor minerale oliën heeft verkregen als bedoeld in artikel 42a van de Wet op de accijns .
Art. 36cb
1Ondernemers wier bedrijfsuitoefening erop gericht is om ten behoeve van een andere ondernemer te beschikken over een opslagplaats voor goederen als bedoeld in de bij deze regeling behorende bijlage K, kunnen met betrekking tot die opslagplaats voor die goederen in aanmerking komen voor een vergunning voor een plaatsgebonden entrepot als bedoeld in de bij de wet behorende tabel II, onderdeel a, post 8, onder b.2Degene die een vergunning voor een plaatsgebonden entrepot wil verkrijgen, dient daartoe een verzoek in bij de inspecteur.3In het verzoek dient te worden vermeld:
  • a.de naam, het adres, het btw-identificatienummer en de aard van het bedrijf van de ondernemer die het verzoek doet;
  • b.de goederen waarop het verzoek betrekking heeft;
  • c.(vervallen);
  • d.de locatie en de inrichting van de als plaatsgebonden entrepot aan te merken plaats of plaatsen.
4In de vergunning neemt de inspecteur ten behoeve van de controle op de juiste toepassing van de bij de wet behorende tabel II, onderdeel a, post 8, onder b, nadere voorwaarden op met betrekking tot de tot het plaatsgebonden entrepot te rekenen plaatsen en de door de ondernemer te voeren administratie. Deze voorwaarden bepalen in ieder geval dat de administratie zodanig wordt gevoerd dat bij de beëindiging van de opslag van de goederen in het entrepot de identiteit wordt vastgelegd van de ondernemer van wie de belasting wordt geheven ter zake van de aan hem verrichte, aan de beëindiging van de opslag voorafgaande levering alsmede dat de hoeveelheid en de soort van de desbetreffende goederen wordt omschreven. Daarbij moet, wanneer bedoelde ondernemer een buitenlandse ondernemer is, de naam en het btw-identificatienummer worden vastgelegd van de fiscaal vertegenwoordiger die voor die ondernemer optreedt met betrekking tot die levering. In de vergunning vermeldt de inspecteur voorts de datum met ingang waarvan deze geldt.5De vergunning kan worden gewijzigd of ingetrokken:
  • a.op verzoek van de vergunninghouder;
  • b.in geval de voorwaarden voor de vergunning niet worden nageleefd.
6Het verlenen, het wijzigen en het intrekken van een vergunning alsmede het afwijzen van een verzoek om een vergunning te verlenen, geschieden bij voor bezwaar vatbare beschikking. Een verzoek om een vergunning kan worden geweigerd aan de ondernemer die in de vijf aan het verzoek voorafgaande jaren onherroepelijk is veroordeeld wegens het niet nakomen van een wettelijke bepaling inzake de omzetbelasting.7Onder beëindiging van de opslag van goederen in een plaatsgebonden entrepot wordt verstaan:
  • a.het brengen van goederen buiten een plaatsgebonden entrepot dat voor dat soort goederen als zodanig is aangewezen door of in opdracht van de ondernemer die de macht heeft als eigenaar over die goederen te beschikken;
  • b.het verrichten van een zodanige be- of verwerking met betrekking tot in een plaatsgebonden entrepot opgeslagen goederen door of in opdracht van de ondernemer die de macht heeft als eigenaar over die goederen te beschikken, dat die goederen daarna geen goederen meer zijn die zijn genoemd in de bij deze regeling behorende bijlage K, dan wel dat die goederen weliswaar goederen zijn die zijn genoemd in die bijlage, maar geschikt zijn om zonder nadere be- of verwerking in de particuliere verbruikssfeer te worden gebracht.
Hst. XIV Overgangsbepalingen met betrekking tot gebruikte goederen, kunstvoorwerpen, voorwerpen voor verzamelingen en antiquiteiten, in het handelsverkeer met enkele lidstaten
Art. 36d
1 Artikel 1, aanhef en onderdeel b, van de wet is niet van toepassing wanneer het verworven goed een gebruikt vervoermiddel is in de zin van artikel 327, lid 3, van de BTW-richtlijn 2006 waarvan de levering aan de in artikel 4, onder b, van die richtlijn vermelde voorwaarden voldoet.2 Artikel 5a van de wet is niet van toepassing op de in het eerste lid bedoelde leveringen.3De in het eerste lid bedoelde leveringen worden voor de toepassing van artikel 28b, tweede lid, van de wet gelijkgesteld met de in dat tweede lid bedoelde leveringen aan de wederverkoper.
Par. undefined Slotbepaling
Art. 37
1Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 1969.2Deze regeling kan worden aangehaald als Uitvoeringsbeschikking omzetbelasting 1968.
undefined
GoederenomschrijvingPost (of onderverdeling) van de gecombineerde nomenclatuur
Haar van varkens of van wilde zwijnen; dassenhaar en ander dierlijk haar, voor borstelwerk; afval van dit haar0502
Darmen, blazen en magen van dieren (andere dan die van vissen), in hun geheel of in stukken, vers, gekoeld, bevroren, gezouten, gepekeld, gedroogd of gerookt0504
Vogelhuiden en andere delen van vogels, met veren of dons bezet, veren en delen van veren (ook indien bijgesneden) en dons, ruw, gereinigd, ontsmet of op andere wijze behandeld ter voorkoming van bederf, doch niet verder bewerkt; poeder en afval, van veren of van delen van veren0505
Beenderen en hoornpitten, ruw, ontvet of eenvoudig voorbehandeld (doch niet in vorm gesneden), met zuur behandeld of ontdaan van gelatine; poeder en afval van deze stoffen0506
Grijze amber, bevergeil, civet en muskus; Spaanse vlieg; gal, ook indien gedroogd; klieren en andere stoffen van dierlijke oorsprong, die worden gebruikt voor het bereiden van farmaceutische producten, vers, gekoeld, bevroren of anderszins voorlopig geconserveerd0510
Darmen, blazen en magen van vissen, pezen en zenen; snippers en dergelijk afval van ongelooide huiden en vellenex 0511
Mout, ook indien gebrand1107
Cacaobonen, ook indien gebroken, al dan niet gebrand1801
Cacaodoppen, cacaoschillen, cacaovliezen en andere afvallen van cacao1802
Cacaopasta, ook indien ontvet1803
Ruwe en niet tot verbruik bereide tabakex 2401
IJzerkies, ongeroost2502
Marmer, travertijn, ecaussine en andere kalksteen voor de steenhouwerij of voor het bouwbedrijf, met een schijnbare dichtheid van 2,5 of meer, en albast, ook indien enkel kantrecht behouwen dan wel in blokken of in platen van vierkante of rechthoekige vorm, verkregen door zagen, door splijten of op dergelijke wijze2515
Graniet, porfier, basalt, zandsteen en andere natuursteen voor de steenhouwerij of voor het bouwbedrijf, ook indien enkel kantrecht behouwen dan wel in blokken of in platen van vierkante of rechthoekige vorm, verkregen door zagen, door splijten of op dergelijke wijze2516
Korrels, scherven, splinters en poeder van de steensoorten bedoeld bij de posten 2515 en 2516, ook indien zij een warmtebehandeling hebben ondergaan, van marmer2517 41 00
Kalksteen voor hoogoventoeslag; kalksteen voor de vervaardiging van kalk of van cement2521
Hydraulisch cement (cementklinker daaronder begrepen), ook indien gekleurd2523
Ertsen, slakken en assen2601 t/m 2620
Andere slakken en andere assen, as van zeewier daaronder begrepen, andere dan uit melasse gewonnen potasex 2621
Ruwe aardolie en ruwe olie uit bitumineuze mineralen2709
Petroleumbitumen2713 20 00
Natuurlijk bitumen en natuurlijk asfalt; bitumineuze leisteen en bitumineus zand; asfaltiet en asfaltsteen2714
Calciumcarbonaat2836 50 00
Ruw thorium; resten en afval daarvanex 2844 30 55
Tannine (looizuur), alsmede zouten, ethers, esters en andere derivaten daarvanex 3201
Synthetische organische looistoffen; anorganische looistoffen; preparaten voor het looien, ook indien zij natuurlijke looistoffen bevatten; enzympreparaten voor het voorlooien3202
Dopes (antiklopmiddelen, oxidatievertragers, peptisatiemiddelen, middelen ter verbetering van de viscositeit, corrosievertragers en dergelijke preparaten), voor minerale olie (benzine daaronder begrepen)ex 3811
Natuurlijke rubber, balata, gutta-percha, guayule, chicle en dergelijke natuurlijke gommen, in primaire vormen of in de vorm van gerookte vellen of vellen crêperubberex 4001
Synthetische rubber en uit olie vervaardigde factis, in primaire vormen; mengsels van natuurlijke rubber en synthetische rubber, in de vorm van latexex 4002
Basismengsels (‘master-batches’), andere dan die bestaande uit mengsels van rubber en carbonblack of dergelijk zwartsel of van rubber met siliciumdioxideex 4005
Huiden en vellen, ongelooid (vers, gezouten, gedroogd, gekalkt, gepekeld („pickled’) of anderszins geconserveerd, doch niet gelooid, niet tot perkament verwerkt of verder bewerkt), ook indien onthaard of gesplit4101 t/m 4103
Kips van Indische runderen, in gehele staat (ook indien zonder kop en zonder poten), wegende per stuk niet meer dan 4,5 kg, enkel met plantaardige stoffen voorgelooid of gelooid, ook indien verder bewerkt, maar niet als zodanig bruikbaar voor het vervaardigen van werken van leder4104 41 11 en 4104 49 11
Gelooide huiden en vellen van runderen (buffels daaronder begrepen), van paarden of van paardachtigenex 4104
Gelooide onthaarde huiden en vellen van Indische bastaards, voorgelooid met plantaardige stoffen, ook indien verder bewerkt, maar niet als zodanig bruikbaar voor het vervaardigen van werken van leder4105 30 10
Gelooide onthaarde huiden en vellen van Indische geiten, voorgelooid met plantaardige stoffen, ook indien verder bewerkt, maar niet als zodanig bruikbaar voor het vervaardigen van werken van leder4106 22 10
Wol, niet gekaard en niet gekamd5101
Fijn haar en grof haar, niet gekaard en niet gekamd5102
Afval van wol, van fijn haar of van grof haar, afval van garen daaronder begrepen doch met uitzondering van rafelwol en van rafelingen van haar5103
Rafelwol en rafelingen van fijn haar of van grof haar5104
Vlas, ruw of bewerkt, doch niet gesponnen; werk en afval (afval van garen en rafelingen daaronder begrepen), van vlas5301
Jute en andere bastvezels (andere dan vlas, hennep en ramee), ruw of bewerkt, doch niet gesponnen; werk en afval (afval van garen en rafelingen daaronder begrepen), van deze vezels5303
Synthetische of kunstmatige stapelvezels5501 t/m 5507
Al dan niet vervilte weefsels, ook indien geïmpregneerd of voorzien van een deklaag van de soort gebruikt op papiermachines of voor ander technisch gebruik, met enkelvoudige ketting en/of inslag, dan wel plat geweven met meervoudige ketting en/of inslagex 5911
Lompen en vodden; afval en oud goed, van bindgaren, van touw of van kabel6310
Resten en afval, van edele metalen of van metalen geplateerd met edele metalen; andere resten en afval, bevattende edele metalen of verbindingen van edele metalen, van de soort hoofdzakelijk gebruikt voor het terugwinnen van edele metalen7112
Gietijzer en spiegelijzer, in gietelingen, in blokken of in andere primaire vormen, niet-gelegeerd, bevattende niet meer dan 0,5 gewichtspercent fosfor en bevattende minder dan 0,1 gewichtspercent mangaan7201 1090
Ferrolegeringen7202
Resten en afval, van gietijzer7204 10
Resten en afval, van roestvrij staal7204 21
Resten en afval, van vertind ijzer en staal7204 30
Draaisel, krullen, spanen, slijpsel, zaagsel, vijlsel en afval van het stampen of stansen, ook indien in pakketten7204 41
Andere resten en afval7204 49
Afvalingots7204 50
Ingots van ijzer of van niet-gelegeerd staal, bevattende 0,6 of meer gewichtspercenten koolstofex 7206 10
Halffabricaten van ijzer of van niet-gelegeerd staal, andere dan door continugieten verkregen en andere dan gesmede productenex 7207
Gewalste platte producten, enkel warm gewalst, van ijzer of van niet-gelegeerd staal, bevattende minder dan 0,6 gewichtspercenten koolstof, met een breedte van 600 mm of meerex 7208
Gewalste platte producten, van ijzer of van niet-gelegeerd staal, met een breedte van 600 mm of meer, enkel koud gewalst, bevattende minder dan 0,6 gewichtspercenten koolstofex 7209
Gewalste platte producten, enkel warm gewalst, van ijzer of van niet-gelegeerd staal, met een breedte van minder dan 600 mm, bevattende minder dan 0,6 gewichtspercenten koolstofex 7211
Gewalste platte producten, enkel koud gewalst, van ijzer of van niet-gelegeerd staal, met een breedte van minder dan 600 mm, bevattende minder dan 0,6 gewichtspercenten koolstof, anders dan bestemd voor het vervaardigen van blikex 7211
Gewalste platte producten, warm gewalst, van ijzer of van niet-gelegeerd staal, bevattende minder dan 0,6 gewichtspercenten koolstof, met een rechthoekige dwarsdoorsnede, met een dikte van 1,5 of meer mm en een breedte van meer dan 500 mm, op rollen wegende 500 of meer kg, of overlangs warm gewalst in gesloten kalibers of op het universeel walswerk, met een dikte van meer dan 5 mm doch niet meer dan 100 mm en met een breedte van meer dan 150 mm doch niet meer dan 1.200 mmex 7208 en ex 7211
Staven van ijzer of van niet-gelegeerd staal, enkel warm gewalst of warm geperst, bevattende minder dan 0,6 gewichtspercenten koolstofex 7214
Profielen van ijzer of van niet-gelegeerd staal, enkel warm gewalst of warm geperst, bevattende minder dan 0,6 gewichtspercenten koolstofex 7216
Ingots en halffabricaten van roestvrij staal, andere dan door continugieten verkregenex 7218
Gewalste platte producten, warm gewalst, van roestvrij staal, met een rechthoekige dwarsdoorsnede, met een dikte van 1,5 of meer mm en een breedte van meer dan 500 mm, op rollen wegende 500 of meer kg, of overlangs warm gewalst in gesloten kalibers of op het universeel walswerk, met een dikte van meer dan 5 mm doch niet meer dan 100 mm en met een breedte van meer dan 150 mm doch niet meer dan 1.200 mmex 7219 en ex 7220
Ingots en halffabricaten van ander gelegeerd staal, andere dan door continugieten verkregenex 7224
Gewalste platte producten, warm gewalst, van ander gelegeerd staal, met een rechthoekige dwarsdoorsnede, met een dikte van 1,5 of meer mm en een breedte van meer dan 500 mm, op rollen wegende 500 of meer kg, of overlangs warm gewalst in gesloten kalibers of op het universeel walswerk, met een dikte van meer dan 5 mm doch niet meer dan 100 mm en met een breedte van meer dan 150 mm doch niet meer dan 1.200 mmex 7225 en ex 7226
Kopersteen of ruwsteen; cementkoper (neergeslagen koper)7401
Niet-geraffineerd koper; anoden van koper voor het elektrolytisch raffineren7402
Geraffineerd koper en koperlegeringen, ruw7403
Resten en afval, van koper7404
Toeslaglegeringen van koper, bevattende niet meer dan 8 gewichtspercenten fosforex 7405
Nikkelmatte, nikkeloxidesinters en andere tussenproducten van de nikkelmetallurgie7501
Ruw nikkel7502
Resten en afval, van nikkel7503
Ruw aluminium7601
Ruw lood7801
Resten en afval, van lood7802
Ruw zink7901
Resten en afval, van zink7902
Ruw tin8001
Resten en afval, van tin8002
Ruw kobaltex 8105 20
Resten en afval van kobalt8105 30
Ruw bismut; resten en afval van bismutex 8106 00 10
Ruw cadmiumex 8107 20
Resten en afval van cadmium8107 30
Ruw titaanex 8108 20
Resten en afval van titaan8108 30
Ruw zirkoniumex 8109 20
Resten en afval van zirkonium8109 30
Ruw antimoonex 8110 10
Resten en afval van antimoon8110 20
Ruw mangaanex 8111 00 11
Resten en afval van mangaan8111 00 19
Ruw chroom, germanium, vanadium, gallium, hafnium (celtium), indium, niobium (columbium), rhenium en thallium; resten en afval van deze metalenex 8112
Luchtvaartuigmotoren8407 10
Turbinestraalmotoren8411 11
Turbinestraalmotoren8411 12
straalmotoren (reactiemotoren), andere dan turbinestraalmotoren8412 10
undefined
(Achtereenvolgende leveringen als bedoeld in artikel 12, tweede lid, onderdeel d, van het Uitvoeringsbesluit omzetbelasting 1968)Ondergetekende, .......... ( naam opdrachtgever)te .......... ( bedrijfsadres opdrachtgever)geeft aan .......... ( naam leverancier)te .......... ( bedrijfsadres leverancier)opdracht de aan eerstgenoemde te leveren goederen, welke hieronder zijn omschreven,
  • a.rechtstreeks te zenden naar .......... ( plaats) gelegen buiten de Unie. (*)
  • b.te leveren aan boord van het schip .......... ( naam), in de haven van .......... ( plaats), waarmee de uitvoer van de goederen uit de Unie zal geschieden. (*)
  • c.te leveren in .......... ( soort vervoermiddel), te .......... ( plaats), waarmee de uitvoer van de goederen uit de Unie zal geschieden. (*)
  • d.te plaatsen in het douane-entrepot met vergunningnummer .......... te .......... ( plaats). (*)
  • e.te leveren in .......... ( soort vervoermiddel), te .......... ( plaats), waarmee het vervoer van de goederen naar het douane-entrepot met vergunningnummer .......... te .......... ( plaats) zal geschieden. (*)
De levering is derhalve, mits aan de overige formaliteiten is voldaan, onderworpen aan het tarief van nihil.
Dagtekening en nummer van:1. verkoopfactuur(*)2. inkoopfactuur(*)Te leveren goederen
Soort naar gewone handelsbenamingHoeveelheid
1 .......... (*)2 .......... (*)
* Doorhalen wat niet van toepassing isDatum ..........De opdrachtgever,(Handtekening van de opdrachtgever)
undefined
Vervallen
undefined
Vervallen
undefined
Vervallen
undefined
Vervallen
undefined
Vervallen
undefined
Vervallen
undefined
GoederenomschrijvingPost (of onderverdeling) van de gecombineerde nomenclatuur
Onbewerkte kaas bestemd voor verwerking: foliekaas en natuurkaasex 0406 90
Maniokwortel, arrowroot (pijlwortel), salepwortel, aardperen, bataten (zoete aardappelen) en dergelijke wortels en knollen met een hoog gehalte aan zetmeel of aan inuline, vers, gekoeld, bevroren of gedroogd, ook indien in stukken of in pellets; merg van de sagopalm0714
Koffie, ongebrand0901 11 00 en 0901 12 00
Thee0902
Granen1001 t/m 1008
Oliehoudende zaden en vruchten1201 t/m 1207
Vetten en oliën1501 t/m 1516
Ruwe glycerol; glycerolwater en glycerollogen1520
Ruwe suiker1701 12 10 t/m 1701 14 90
Melasse verkregen bij de extractie of de raffinage van suiker1703
Cacaobonen, ook indien gebroken, al dan niet gebrand1801
Cacaodoppen, cacaoschillen, cacaovliezen en andere afvallen van cacao1802
Cacaoboter, cacaovet en cacao-olie1804 00 00
Cacaopoeder, zonder toevoegde suiker of andere zoetstoffen1805 00 00
Tapiocaex 1903
Producten voor menselijke consumptie, elders genoemd noch elders onder begrepen, voor zover deze producten nog een be- of verwerking moeten ondergaan voordat zij aan eindgebruikers worden geleverdex 2106
Resten en afval van de voedselindustrie2301 t/m 2308
Bereidingen van de soort gebruikt voor het voederen van dieren, voor zover deze producten nog een be- of verwerking moeten ondergaan voordat zij aan eindgebruikers worden geleverdex 2309
Zout; zwavel; aarde en steen; gips, kalk en cement2501 t/m 2530
IJzererts en concentraten daarvan, geroost ijzerkies (pyrietas) daaronder begrepen2601
Molybdeenerts en concentraten daarvan2613
Steenkool; briketten, eierkolen en dergelijke van steenkool vervaardigde vaste brandstoffen2701
Olie en andere producten, verkregen bij het distilleren van hogetemperatuur-steenkoolteer; dergelijke producten waarin het gewicht van de aromatische bestanddelen dat van de niet-aromatische overtreft2707
Ruwe aardolie en ruwe olie uit bitumineuze mineralen2709
Aardolie en olie uit bitumineuze mineralen andere dan ruwe; preparaten bevattende als basisbestanddeel 70 of meer gewichtspercenten aardolie of olie uit bitumineuze mineralen, elders genoemd noch elders onder begrepen; afvalolie2710
Aardgas en andere gasvormige koolwaterstoffen2711
Vaseline; paraffine, microkristallijne was uit aardolie, „slack wax’, ozokeriet, montaanwas, turfwas, andere minerale was en dergelijke door synthese of op andere wijze verkregen producten, ook indien gekleurd2712
Petroleumbitumen2713 20 00
Elektrische energie met een spanning van ten minste 110 kilovoltex 2716 00 00
Anorganische chemische producten; anorganische of organische verbindingen van edele metalen, van radioactieve elementen, van zeldzame aardmetalen en van isotopen2801 t/m 2853
Organische chemische producten2901 t/m 2942
Ammoniumsulfaat onder de voorwaarde dat deze producten nog een be- of verwerking moeten ondergaan voordat zij aan eindgebruikers worden geleverdex 3102 21 00
Mengsels van ammoniumnitraat en calciumcarbonaat of andere niet-vruchtbaarmakende anorganische stoffen3102 4010 00
Mengsels van ureum en ammoniumnitraat, opgelost in water of in ammoniakwater3102 8000 00
Kleurstoffen van plantaardige of dierlijke oorsprong (verfstofextracten, andere dan dierlijk zwartsel, daaronder begrepen), ook indien chemisch welbepaald; preparaten bedoeld bij aantekening 3 op dit hoofdstuk, op basis van kleurstoffen van plantaardige of dierlijke oorsprong3203
Synthetische organische kleurstoffen, ook indien chemisch welbepaald; preparaten bedoeld bij aantekening 3 op dit hoofdstuk, op basis van synthetische organische kleurstoffen; synthetische organische producten van de soort gebruikt als fluorescerende heldermakende stoffen of als „lichtgevende stoffen’ (luminoforen), ook indien chemisch welbepaald3204
Etherische oliën (ook indien daaruit de terpenen zijn afgesplitst), vast of vloeibaar; harsaroma's; door extractie verkregen oleoharsen; geconcentreerde oplossingen van etherische oliën in vet, in vette oliën, in was of in dergelijke stoffen, verkregen door enfleurage of door maceratie; terpeenhoudende bijproducten, afgesplitst uit etherische oliën; gedistilleerd aromatisch water en waterige oplossingen van etherische oliën3301
Organische tensioactieve producten (andere dan zeep); tensioactieve bereidingen, wasmiddelen (hulppreparaten voor het wassen daaronder begrepen) en reinigingsmiddelen, ook indien zeep bevattend, andere dan die bedoeld bij post 34013402
Smeermiddelen (boor, snij- en draaiolie (koelolie), preparaten voor het losmaken van bouten en moeren, roest- en corrosiewerende preparaten en preparaten voor het insmeren van vormen, op basis van smeermiddelen, daaronder begrepen), alsmede preparaten van de soort gebruikt voor het smouten, vetten of oliën van textiel, van leder, van pelterijen of van andere stoffen, bevattende aardolie of olie uit bitumineuze mineralen3403 11 00 t/m 3403 19 90
Enzymen; bereidingen van enzymen, elders genoemd noch elders onder begrepen3507
Diverse producten van de chemische industrie3801 t/m 3826
Polymeren van ethyleen, in primaire vormen3901
Polymeren van propyleen of van andere olefinen, in primaire vormen3902
Polymeren van styreen, in primaire vormen3903
Polymeren van vinylchloride of van andere halogeenolefinen, in primaire vormen3904
Polyacetalen, andere polyethers en epoxyharsen, in primaire vormen; polycarbonaten, alkydharsen, polyallylesters en andere polyesters, in primaire vormen3907
Petroleumharsen, cumaronharsen, indeenharsen of cumaronindeenharsen en polyterpenen3911 10 00
Andere platen, vellen, foliën, stroken en strippen, van kunststof zonder celstructuur, niet versterkt, gelaagd of op dergelijke wijze gecombineerd met andere stoffen, niet op een drager3920
Synthetische rubber en uit olie vervaardigde factis, in primaire vormen of in platen, vellen of strippen; mengsels van producten bedoeld bij post 4001 met producten bedoeld bij deze post, in primaire vormen of in platen, vellen of strippen4002
Synthetische filamentgarens (andere dan naaigarens), niet opgemaakt voor de verkoop in het klein, synthetische monofilamenten van minder dan 67 decitex daaronder begrepen5402
Ferrolegeringen7202
Halffabricaten van ijzer of van niet-gelegeerd staal7207
Gewalste platte producten, van ijzer of van niet-gelegeerd staal, met een breedte van 600 mm of meer, warm gewalst, niet geplateerd noch bekleed7208
Gewalste platte producten, van ijzer of van niet-gelegeerd staal, met een breedte van 600 mm of meer, koud gewalst, niet geplateerd noch bekleed7209
Gewalste platte producten, van ijzer of van niet-gelegeerd staal, met een breedte van 600 mm of meer, geplateerd of bekleed7210
Gewalste platte producten, van ijzer of van niet-gelegeerd staal, met een breedte van minder dan 600 mm, niet geplateerd noch bekleed7211
Gewalste platte producten, van ijzer of van niet-gelegeerd staal, met een breedte van minder dan 600 mm, geplateerd of bekleed7212
Profielen van ijzer of van niet-gelegeerd staal7216
Gewalste platte producten van roestvrij staal, met een breedte van 600 mm of meer7219
Gewalste platte producten van roestvrij staal, met een breedte van minder dan 600 mm7220
Ander gelegeerd staal in ingots of in andere primaire vormen; halffabricaten van ander gelegeerd staal7224
Gewalste platte producten van ander gelegeerd staal, met een breedte van 600 mm of meer7225
Gewalste platte producten van ander gelegeerd staal, met een breedte van minder dan 600 mm7226
Niet-geraffineerd koper; anoden van koper voor het elektrolytisch raffineren7402
Geraffineerd koper en koperlegeringen, ruw7403
Nikkeloxidesinters en andere tussenproducten van de nikkelmetallurgie7501 20 00
Ruw nikkel7502
Staven, profielen en draad, van nikkel7505
Platen, bladen en strippen, van nikkel7506
Aluminium en werken van aluminium7601 t/m 7610
Reservoirs, fusten, trommels, bussen, blikken en dergelijke bergingsmiddelen (buisjes en tubes daaronder begrepen), voor ongeacht welke goederen (andere dan voor gecomprimeerd of vloeibaar gemaakt gas), van aluminium, met een inhoudsruimte van niet meer dan 300 l, niet voorzien van een mechanische inrichting of van een inrichting om te koelen of te warmen, ook indien inwendig bekleed of voorzien van een warmte-isolerende bekleding7612
Kabels, strengen en dergelijke artikelen, van aluminium, niet geïsoleerd voor het geleiden van elektriciteit7614
Ruw lood7801
Ruw zink7901
Platen, bladen en strippen, van zink7905
Ruw tin8001
Molybdeen en werken daarvan, resten en afval daaronder begrepen8102
Magnesium en werken daarvan, resten en afval daaronder begrepen8104
Kobaltmatte en andere tussenproducten van de kobaltmetallurgie; kobalt en werken daarvan, resten en afval daaronder begrepen8105
Bismut en werken daarvan, resten en afval daaronder begrepen8106
Cadmium en werken daarvan, resten en afval daaronder begrepen8107
Titaan en werken daarvan, resten en afval daaronder begrepen8108
Antimoon en werken daarvan, resten en afval daaronder begrepen8110
Mangaan en werken daarvan, resten en afval daaronder begrepen8111
Beryllium, chroom, germanium, vanadium, gallium, hafnium (celtium), indium, niobium (columbium), rhenium en thallium, alsmede werken van deze metalen, resten en afval daaronder begrepen8112
undefined
  • a.schilderijen, collages en dergelijke decoratieve platen, schilderijen en tekeningen geheel van de hand van de kunstenaar, met uitzondering van bouwtekeningen en andere tekeningen voor industriële, commerciële, topografische en dergelijke doeleinden en van met de hand versierde voorwerpen alsmede van beschilderd doek voor theatercoulissen, voor achtergronden van studio's of voor dergelijk gebruik (GN-code 9701);
  • b.originele gravures, originele etsen en originele litho's, dat wil zeggen een of meer door de kunstenaar geheel met de hand vervaardigde platen die in een beperkte oplage rechtstreeks in het zwart of in kleuren zijn afgedrukt, ongeacht het materiaal waarop dit afdrukken is geschied en ongeacht de gevolgde techniek, met uitzondering van de mechanische en van de fotomechanische reproduktietechniek (GN-code 9702 00 00);
  • c.originele standbeelden en origineel beeldhouwwerk, ongeacht het materiaal waarvan zij vervaardigd zijn, mits het werk geheel van de hand van de kunstenaar is; afgietsels van beeldhouwwerken in een oplage van maximaal acht exemplaren, die door de kunstenaar of diens rechthebbenden wordt gecontroleerd (GN-code 9703 00 00);
  • d.tapisserieën (GN-code 5805 00 00) en wandtextiel (ex 6304), met de hand vervaardigd volgens originele ontwerpen van kunstenaars, mits er niet meer dan acht exemplaren van elk zijn;
  • e.unieke voorwerpen van keramiek, geheel van de hand van de kunstenaar en door hem gesigneerd;
  • f.emailwerk op koper, geheel met de hand vervaardigd tot maximaal acht genummerde en door de kunstenaar of het atelier gesigneerde exemplaren, met uitsluiting van sieraden, juwelen en edelsmeedwerk;
  • g.foto's die genomen zijn door de kunstenaar, door hem of onder zijn toezicht zijn afgedrukt, gesigneerd en genummerd, met een oplage van maximaal 30 exemplaren voor alle formaten en dragers samen.
  • a.postzegels, fiscale zegels, gefrankeerde enveloppen en postkaarten, eerstedagsenveloppen en dergelijke, gestempeld of, indien ongestempeld, voor zover zij niet geldig zijn of niet geldig zullen worden (GN-code 9704 00 00);
  • b.verzamelingen en voorwerpen voor verzamelingen, met een zoölogisch, botanisch, mineralogisch, anatomisch, historisch, archeologisch, paleontologisch, etnografisch of numismatisch belang (GN-code 9705 00 00).
andere voorwerpen dan kunstvoorwerpen en voorwerpen voor verzamelingen, ouder dan 100 jaar (GN-code 9706 00 00).
undefined
GoederenomschrijvingPost (of onderverdeling) van de gecombineerde nomenclatuur
Koffie, ongebrand0901 11 00 en 0901 12 00
Thee0902
Granen1001 t/m 1008
Oliehoudende zaden en vruchten1201 t/m 1207
Cacaobonen, ook indien gebroken, al dan niet gebrand1801
Molybdeenerts en concentraten daarvan2613
Steenkool; briketten, eierkolen en dergelijke van steenkool vervaardigde vaste brandstoffen2701
Anorganische chemische producten; anorganische of organische verbindingen van edele metalen, van radioactieve elementen, van zeldzame aardmetalen en van isotopen2801 t/m 2853
Onverzadigde eenwaardige acyclische carbonzuren en eenwaardige cyclische carbonzuren, daarvan afgeleide anhydriden, halogeniden, peroxiden en peroxyzuren, alsmede halogeen-, sulfo-, nitro- en nitrosoderivaten daarvan2916
Amidoverbindingen van carbonzuren of van koolzuur2924
Andere organische verbindingen van niet-metalen of van metalen2931
Organische tensioactieve producten (andere dan zeep); tensioactieve bereidingen, wasmiddelen (hulppreparaten voor het wassen daaronder begrepen) en reinigingsmiddelen, ook indien zeep bevattend, andere dan die bedoeld bij post 34013402
Onkruidbestrijdingsmiddelen3808 93 27
Bereide bindmiddelen voor gietvormen of voor gietkernen; chemische producten en preparaten van de chemische of van aanverwante industrieën (mengsels van natuurlijke producten daaronder begrepen), elders genoemd noch elders onder begrepen3824
Polymeren van ethyleen, in primaire vormen3901
Polymeren van propyleen of van andere olefinen, in primaire vormen3902
Polymeren van styreen, in primaire vormen3903
Polyacetalen, andere polyethers en epoxyharsen, in primaire vormen; polycarbonaten, alkydharsen, polyallylesters en andere polyesters, in primaire vormen3907
Polyamiden in primaire vormen3908
Aminoharsen, fenolharsen en polyurethanen, in primaire vormen3909
Natron- en sulfaat-houtcellulose, andere dan die bedoeld bij post 47024703
Zilver (verguld zilver en geplatineerd zilver daaronder begrepen), onbewerkt, halfbewerkt of in poedervorm7106
Platina, onbewerkt, halfbewerkt of in poedervorm7110
Ferrolegeringen7202
Halffabricaten van ijzer of van niet-gelegeerd staal7207
Gewalste platte producten, van ijzer of van niet-gelegeerd staal, met een breedte van 600 mm of meer, warm gewalst, niet geplateerd noch bekleed7208
Gewalste platte producten, van ijzer of van niet-gelegeerd staal, met een breedte van 600 mm of meer, koud gewalst, niet geplateerd noch bekleed7209
Gewalste platte producten, van ijzer of van niet-gelegeerd staal, met een breedte van 600 mm of meer, geplateerd of bekleed7210
Gewalste platte producten, van ijzer of van niet-gelegeerd staal, met een breedte van minder dan 600 mm, niet geplateerd noch bekleed7211
Gewalste platte producten, van ijzer of van niet-gelegeerd staal, met een breedte van minder dan 600 mm, geplateerd of bekleed7212
Staven van ijzer of van niet-gelegeerd staal, enkel gesmeed, warm gewalst, warm getrokken of warm geperst, ook indien na het walsen getordeerd7214
Andere staven van ijzer of van niet-gelegeerd staal7215
Profielen van ijzer of van niet-gelegeerd staal7216
Gewalste platte producten van roestvrij staal, met een breedte van 600 mm of meer7219
Gewalste platte producten van roestvrij staal, met een breedte van minder dan 600 mm7220
Gewalste platte producten van ander gelegeerd staal, met een breedte van 600 mm of meer7225
Gewalste platte producten van ander gelegeerd staal, met een breedte van minder dan 600 mm7226
Damwandprofielen van ijzer of van staal, ook indien van gaten voorzien of bestaande uit aaneengezette delen; gelaste profielen van ijzer of van staal7301
Andere buizen en pijpen (bijvoorbeeld gelast, geklonken, genageld, gefelst), met een rond profiel en met een uitwendige diameter van meer dan 406,4 mm, van ijzer of van staal7305
Andere buizen, pijpen en holle profielen (bijvoorbeeld gelast, geklonken, genageld, gefelst of met enkel tegen elkaar liggende randen), van ijzer of van staal7306
Niet-geraffineerd koper; anoden van koper voor het elektrolytisch raffineren7402
Geraffineerd koper en koperlegeringen, ruw7403
Toeslaglegeringen van koper7405
Draad van koper7408
Nikkeloxidesinters en andere tussenproducten van de nikkelmetallurgie7501 20 00
Ruw nikkel7502
Poeder en schilfers, van nikkel7504
Staven, profielen en draad, van nikkel7505
Platen, bladen en strippen, van nikkel7506
Aluminium en werken van aluminium7601 t/m 7610
Reservoirs, fusten, trommels, bussen, blikken en dergelijke bergingsmiddelen (buisjes en tubes daaronder begrepen), voor ongeacht welke goederen (andere dan voor gecomprimeerd of vloeibaar gemaakt gas), van aluminium, met een inhoudsruimte van niet meer dan 300 l, niet voorzien van een mechanische inrichting of van een inrichting om te koelen of te warmen, ook indien inwendig bekleed of voorzien van een warmte-isolerende bekleding7612
Kabels, strengen en dergelijke artikelen, van aluminium, niet geïsoleerd voor het geleiden van elektriciteit7614
Ruw lood7801
Ruw zink7901
Platen, bladen en strippen, van zink7905
Ruw tin8001
Andere onedele metalen; cermets; werken van deze stoffen8101 t/m 8113
Grafietelektrodenex 8545 11
undefined
Vervallen
Naar boven